Reglement voor de Wagenaars te Workum (1784)
Merk 4
8711 CL Workum / Warkum
tel. 0515 - 54 12 31








                    Reglement en Taux
                       voor de Wagenaars te
                       Workum.

                             Art. 1.

  Niemand zal te Workum een vragtwaagen of
chais mogen houden, of verhuren, ten zy
dezelve daar toe van de Magistraat vryheit by behoor-
lijke actie zal hebben bekomen, op boete van 6 Ca-
rolus Guldens voor de eerste, 12 Carolus Guldens
voor de tweedemaal, en voorts op arbitrale correctie.

                             2.
   Ieder Voerman zal moeten hebben goede paarden,
waagen, en chais; zullende de Magistraat, wan-
neer goedvind, daar van schouwinge mogen nee-
men, en 't geen onbekwaam is afkeuren, en 't ge-
breekige doen herstellen, of vernieuwen binnen be-
paalden tyd, op boete van een pond groot in geval
van overtreedinge daar van te verbeuren.

                             3.
  Geen Voerluiden zullen knegts mogen laaten ry-
den, als welke ten minsten 18 jaaren oud zyn, en
welke van de Magistraat daar toe  bekwaam zyn ge-
oordeelt, op verbeurte insgelyks van 6 Car. Guldens.

                             Art. 4.
  De Voerluiden zullen onder wegs niet lang ofte
onbehoorlyk pleisteren, maar hun reis zoo spoedig
doenlyk vervorderen, en zullen niet meer als deese
Lyst bepaald mogen vraagen, insgelyks geene kosten
van hun of hunne paarden of anderzins ten laste van
de Passagiers brengen, of om eenig fooy of biergeld
vergen op boete als vooren.

                             5.
  Wanneer een Wagenaar of zyn knegt in zyn dienst
als Voerman dronken wordt bevonden, zal de Wa-
genaar daar over verbeuren 3 Carolus Guldens voor
de 1ste, 6 Car.Guldens voor de tweede reis, en op
verbeurte van den Reed voor de 3de reis; en zal wan-
neer bevonden wordt dat een Voerman door dron-
kenschap of moetwil een waagen heeft omgement,
ingelyks dezelve van zyn Reed zyn verstooken, en
voorts na exigentie van zaaken gestraft worden.

                             6.
   De Weegen eenigzins bruikbaar zynde zal geen
Voerman op behoorlyke tyd den reis na de bepaalde
plaatsen mogen weigeren, op poene dat men zig der-
waards ten zynen kosten met een Rytuig zal mogen
laaten brengen.

                             Art. 7.
  Zoo wie een Rydtuig heeft afgehuurd, en om an-
dere reedenen dan reegen of onweeder het zelve af-
zegt, zal daar voor een vierde deel van den vragt
betaalen.

                             8.
  Yemand uit de Veerscheepen over Zee, ofte van
elders komende, en geen Burger van Workum zyn-
de, zal, zoo een Rytuig na de bepaalde plaatsen
begeert, zig in de eerste plaats vervoegen aan den
Zylman op de Workumer Zyl, deeze geen Rydtuig
meer hebbende, zal zig kunnen vervoegen by een
ander Wagenaar, welke ingelyks voor de bepaalde
vragtloonen hem zal moeten bedienen; zullende eg-
ter een Burger of Ingezeeten van Workum terstond
een Wagenaar mogen verkiesen welken hy wil.

                             9.
  Yemand met een Rytuig na de gespecificeerde
plaatsen gebragt zynde, en met het zelve weeder te
rug willende ryden zal zulks geduurdende dien dag
kunnen doen, mits dan aan den Wagenaar voor zyn
vertoeven betalende 12 stuivers, zonder iets meer
voor het te rug ryden schuldig te zyn.

                             Art. 10.
  Een ofte meer persoonen van een Rytuig na de
gestelde plaatsen gebruik maakende, zullen te vree-
den moeten zyn derwaards langs de korste weegen
gebragt te worden; en wie, om reedenen, langs
andere weegen begeert te ryden, zal daar voor bo-
ven de gestelde vragtloonen aan den Wagenaar moe-
ten voldoen.

                             11.
  Op tyden van kermissen in de gespecificeerde
plaatsen zullen de Wagenaars alleen verpligt zyn een
over Zee gekomen Vreemdeling derwaards te bren-
gen voor de gestelde vragtloonen, op dat dezelve in
zyn reis niet worde verhinderdt.

                             12.
  Van koffers of zwaare pakken, welke in of aan
het Rydtuig kunnen geplaatst worden zal op accoord,
voor 't afryden te bepaalen, worden betaald, doch
van kleine pakken of doosen, welke buiten hinder
van andere kunnen geborgen worden, zal niets wor-
den betaaldt.

                            Art. 13.
  By aldien de Voerluiden op Leuwaarden, de Lem-
mer, Franeker, Harlingen, en Sneek, zoo laat op den
dag worden afgewonnen, dat niet voor Zons onder-
gang op die plaatsen komen, zullen voor hun nagt-
verblyf aldaar, boven de bepaalde vragtlonen van
den Huurder genieten.
voor een Wagen of Chais met twee Paarden    1  4
voor een Chais met een Paard            :  18    

                            14.
  De Zomer Vragten worden gerekend te lopen van
den 1sten Maart tot aan den 1sten November, en de
Wintervragten van den 1sten November tot aan den
1sten Maart.

                          15.
  De Voerlieden zullen tot het waarnemen van de
Wintervragten niet verpligt zyn, wanneer het bin-
nen water bevroren is, ---  Des zullen in die
tyd die geene, welke met Rydtuig begeren vervoerd
te worden, niet verlegen laten, maar in billykheid
met dezelve over den vragt accorderen.


                                       


van Workum
Voor een Wagen
van 4. Personen,
of Chais met 2
Paarden
Voor een
Chais met
1. Paard
op Leuwaarden s' Zomers
s' Winters
-
-
6 - 10 - :
9 - 10 - :
3 - 10 - :
5 - : - :
op de Lemmer s' Zomers
s' Winters
-
-
6 - : - :
9 - : - :
3 - : - :
4 - 10 - :
op Franeker s' Zomers
s' Winters
-
-
5 - : - :
7 - 10 - :
3 - : - :
4 - : - :
op Harlingen s' Zomers
s' Winters
-
-
4 - 6 - :
5 - 10 - :
2 - 10 - :
3 - 6 - :
op Sneek s' Zomers
s' Winters
-
-
4 - : - :
6 - : - :
2 - 10 - :
3 - 10 - :
op Stavoren s' Zomers
s' Winters
-
-
3 - 10 - :
5 - : - :
2 - : - :
3 - : - :
op Bolsward s' Zomers
s' Winters
-
-
2 - 4 - :
3 - 4 - :
1 - 8 - :
2 - : - :
op Makkum s' Zomers
s' Winters
-
-
2 - : - :
2 - 10 - :
1 - 5 - :
1 - 10 - :
op Coudum s' Zomers
s' Winters
-
-
2 - : - :
2 - 16 - :
1 - 4 - :
1 - 10 - :
op Hindelopen
s' Zomers
s' Winters
-
-
1 - 8 - :
2 - : - :
1 - : - :
1 - 8 - :


  Bovenstaande Vragtlonen zal een Huurder aan
den Wagenaar boven alle Tollen, Schouw- en Sluit-
gelden vry moeten betalen.

  Aldus geresolveerd, en by Correctie en ampliatie
van vorige Reglementen gesteld den 10 February
1784. in kennisse van ons Præsident en Secretaris
                (was get.)
            R. Ackringa,
            D. Tieboel