Dode op een Workumer kalkschuit in 1604

Merk 4
8711 CL Workum
tel. 0515 - 54 12 31










Dode op een Workumer kalkschuit
te Edam in 1604
De Keet Oost en Kaaipoort te Edam

Het is april 1604. In de haven van Edam ligt een Workumer schuit geladen met kalk. De kalk zal worden gebruikt voor de vestingmuren, waar op dat moment druk aan wordt gewerkt. Edam heeft zelf nog geen kalkovens, zodat de kalk van elders, o.a. van Workum, aangevoerd moet worden.

Coenraet Sibolts en zijn vrouw Aaltgen Vredericx liggen met hun schuit geladen met kalk aan de keten in de haven van Edam. De 16 jarige Workumer Wijbe Jelles vaart mee als knecht.

's Avonds 14 april nuttigen ze gedrieën het maal. Tussen 7 en 8 uur gaat Wijbe Jelles in het vooronder in de kooi.

's Morgens omstreeks 5 uur staat de schipper Coenraet op. Hij vindt het vooronder gesloten. Nadat hij het heeft geopend om Wijbe te wekken, vindt hij hem dood in zijn kooi. Wijbe heeft een grote hoeveelheid van "vreysschen" (bloedblaren?) voor zijn mond , zonder dat hij door iemand gestoten en geslagen is.

De schout Mathijs Jansz. en de schepenen Bouwen Heijnsz. ende  Claes Martsz. Lou van Edam worden er bij geroepen. Ze komen tot de conclusie dat Wijbe Jelles is gestikt ten gevolge van de damp van enige kolen die in het vooronder in een smoorpot stonden.

Een smoorpot of doofpot is een pot waar de nog niet uitgebrande brandstof in wordt gestopt. Doordat de pot luchtdicht gesloten kan worden, stopt de verbranding al gauw, wegens gebrek aan zuurstof. Hout kan in de doofpot verkolen tot houtskool.
Door het onvolledig verbranden van koolstof, fossiele brandstoffen of andere brandbare stoffen die koolstofverbindigen bevatten ontstaat kolendamp.
Wijbe Jelles Wijbes is waarschijnlijk overleden ten gevolge van kolendampvergiftiging. Een van de symptomen is dat de lippen blauw kleuren.  

de Workumer kalkovens 1664
detail plattegrond 1664 Jacob van Meurs


Onderstaand verslag wordt opgemaakt door de schout en schepenen:


Op huyden deesen 15e aprilis anna 1604
is alhier bij schout ende schepenen onderge-
schr. gevisiteert en besichticht ten versoecke van
Coenraet Siboltsz. ende Aeltgen Vredericxdr.
van Workum in Vrieslant leggende met haer
schuyte geladen met calck aende keeten tot
Edam inde haven seeckere jongman met haer
vaerende genaemt Wijbe Jelles mede van Worckum
out omtrent 16 jaeren leggende doot int voor
onder in sijn koeyen vande selve schuyte welcken
jongman opden 14e savonts nock kloek gesont
was met haer sijn volle avontmael gegeten ende
daernae tusschen seven ende acht uren int vooronder
te koeije gegaen sulcx sij verclaerden ende
dat den voorn. schipper smorgens omtrent vijff ure
opstaenden het vooronder dicht toe geleyt heeft
gevonden ende daerin getreeden om den jongen te
wecken bevont den selven doot hebbende ende groot
menichte van vreysschen voor sijn mont sonder
dat d selve van ijemant gestooten ende geslagen es
geweest maer so sij presumeerden gesmoort te weesen
door de dompe van eenig coolen die int vooronder
stonden in een smoorpot sulx dat de voors. schout ende
schepenen haer genoech daervan hebben geinformeert.
                                             Aldus gedean bij Mathijs Jansz.
                                             schout Bouwen Heijnsz. ende  Claes
                                             Martsz. Lou schepenen ten dagen
                                             als boven
                                                             in kennisse mijns

Op heden 15 april 1604
is alhier door schout en schepenen onder-
getekenden bezocht en bezichtigd op verzoek van
Koenraat Sibolts en Aaltsje Frederiks
van Workum in Fryslân, liggende met hun
schuit geladen met kalk aan de keten te
Edam in de haven. Een zekere jongeman, die met hen
vaart, genaamd Wibe Jelles, ook van Workum,
oud ongeveer 16 jaar, ligt dood in het voor-
onder in zijn kooi van de schuit. De
jongeman was op de 14e 's avonds nog helder en gezond
en heeft met hun zijn gehele avondmaal gegeten. En
daarna  tussen zeven en acht uur in het vooronder
in zijn kooi gegaan is. Zoals zij verklaarden. En
dat de voornoemde schipper 's morgens omstreeks vijf uur
terwijl hij opstond, het vooronder gesloten heeft
gevonden en toen hij daarin ging om de jongen te
wekken, was deze dood en had een grote
hoeveelheid van "vreysschen" (bloedblaren?) voor zijn mond, zonder
dat deze door iemand gestoten en geslagen
was, maar ze veronderstellen dat hij gesmoord is
door de damp van enige kolen die in het vooronder
in een "smoorpot" (doofpot) stonden. Op deze wijze zijn
onderstaande  schout en schepenen genoeg overtuigd.
                             Aldus gedaan door Mathijs Jans, schout
                             Bouwe Heins en Klaas Marts Lou schepenen
                             zelfde dag als boven
                                                                        mij bekend

Bovenstaande gegevens komen uit het "Informatie-boeck der Stede Edam begonnen Anno 1540 - 1708",
dat wordt bewaard in de bibliotheek van het Waterlandsarchief te Purmerend. www.waterlandsarchief.nl


met dank aan:
Lydia Hoogland   genealogie@genpage.nl   www.genpage.nl
en
de heer Rijswijk (informatie over de Edammer kalkovens en bouw van de vestingmuren)