Werenfridus

Merk 4
8711 CL Workum
tel. 0515 - 54 12 31










Werenfridus
beschermheilige van de rooms-katholieke kerk van Workum
Minte de Jong

In de Friso van dinsdag 19 mei stond: "Rommelmarkt Werenfridus weer succes". Wie was Werenfridus en hoe komt het dat de rooms-katholieke kerk van Workum deze vroegmiddeleeuwse missionaris als beschermheilige heeft aangenomen.

Middeleeuwse voorstelling van St. Werenfridus.

Werenfridus was, evenals Willibrord en andere missionarissen uit de achtste eeuw, afkomstig uit het Benedictijner klooster te Rathmelsigi (tegenwoordig Melfont) aan de Ierse oostkust. Hij trok waarschijnlijk met Willibrord, maar mogelijk ook in gezelschap van andere monniken naar het land van de Friezen. In Medemblik richt Werenfridus zijn eerste missiepost op. Hij bouwt daar een priesterwoning, Werenfridushoof of Werenfridushoeve genaamd (het tegenwoordige Wervershoef). Hoveus zegt ergens in zijn kroniek over Werenfridus het volgende.

Ende niet ver van Medemblik heeft
een heilig priester, genaemt
Werenfridus zijn woonplaats genomen
om dezen Heer (koning Rëdbad) met
goede vermaningen te bekeeren tot een
heilig Christen geloven.

In één van de gebrandschilderde ramen in de kerk van Workum zien we de doop van de zoon van de Friese koning Redbad uitgebeeld. Het verhaal gaat, dat toen Redbad zelf op het punt stond gedoopt te worden, hij aan de priester vroeg waar zijn voorvaderen zich bevonden. "Uw voorvaderen, die zonder het sacrament des doops zijn overleden, hebben stellig het oordeel van de verdoemenis over zich uitgeroepen" aldus de priester. Toen Redbad dit hoorde, wilde hij niet meer gedoopt worden. Hij wilde na zijn dood liever bij zijn voorouders zijn. Zou de priester misschien Werenfridus zijn geweest? Dat Werenfridus zich in Medemblik bijzonder geliefd heeft gemaakt, blijkt uit een oude beschrijving van zijn werk aldaar.

Dit heeft den heiligen man niet alleen uitgevoerd met zijn leere
maar wel bijzonder door zijn heilig leven en treffelijk werken,
't geen de gemoederen van de inwoonders deser plaatsen
soodanig heeft bewogen en bestraald
met het ongewone licht zijner deugden,
dat zij allen geloofden geen mens
maar een engel tot hen te zijn afgezonden.

Van Wervershoef trekt Werenfridus naar Dorestad, vlak bij het tegenwoordige Wijk bij Duurstede. Over zijn leven en werk daar is niets bekend. In opdracht van Willibrord verlaat Werenfridus Dorestad en gaat naar Elst en Westervoort. In welk jaar hij naar Elst ging, is niet bekend, ook niet hoe lang hij daar gebleven is en hoe lang hij in Westervoort heeft gewerkt. Waarschijnlijk heeft hij vanuit Westervoort nog vaak zijn oude gemeente in Elst bezocht. Werenfridus overlijdt te Westervoort op de 14de augustus 760. Iemand schrijft daarover: "Hier ter plaatse is deze heilige man Gods van een felle koorts aangetast, en nadat hij zijn religieuzen godvruchtig aangemaand had, is van hier naar 't Hemelsch Vaderland verhuist". Al voor zijn dood had Werenfridus kenbaar gemaakt dat hij graag in Elst begraven wilde worden. Maar ook de Westervoorders wilden hem graag in hun midden houden. Men liet het aan Werenfridus zelf over. Zijn stoffelijk overschot werd in een onbemand bootje gelegd. Het bootje dreef wonderbaarlijk tegen de stroom in en stootte ergens in de omgeving van Elst aan wal. Het lichaam werd daar uit het bootje gedragen en op een met twee jonge ossen bespannen kar gelegd. De ossen trokken, als door Werenfridus zelf geleid, de onbemande kar naar Elst. Werenfridus werd gelegd in een stenen sarcofaag en onder het hoofdaltaar van de kerk van Elst bijgezet. Na Werenfridus' dood werd deze kerk een bedevaartsplaats, speciaal voor hen die door jicht geplaagd werden. De relieken van Werenfridus worden bewaard in de kerk van Emmerik. De gemeente Elst draagt in haar wapen de geschiedenis van Werenfridus' begrafenis, door de voorstelling van een doodskist met kruis, drijvende in een onbemand bootje. In de kerk van Workum staat een beeld van de heilige Werenfridus. In zijn handen draagt hij een bootje met daarin een doodskist.

Werenfridus in de Sint Werenfriduskerk te Workum

Het is pastoor Johannes Wilhelmus Neelman geweest die de naam van Werenfridus aan de rooms katholieke kerk van Workum verbonden heeft.

Johannes Wilhelmus Neelman werd geboren op 29 november 1645. Na filosofie te Leuven en theologie te Keulen gestudeerd te hebben, wordt hij benoemd tot pastoor in Elst. Bij zijn aankomst in Elst vindt hij geen kerk of woning. Hij zegt daarover: "Ik hebbe sowat niets gevonden waar ik mijn hoofd op neer kon leggen". Een kroniekschrijver uit die tijd schrijft over hem: "Geholpen door de gratie Gods bouwde hij met veel arbeid onder Elst in Eimeren een kerckenhuys, ende die gemeente welke bij zijn optreden 250 communicanten telde, won onder zijn bestuur door Segen des Heeren dagelijks, niet alleen in getal maar ook in ijver". Niet lang mocht pastoor Neelman zich verheugen over het nieuwe kerckenhuys in Elst, statie Eimeren. In zijn nagelaten handschrift deelt hij de toedracht mee: "De tegenpartij (de calvinistische gereformeerden) was niet gediend van dat kerckloopen, vond ook de leer gevaarlijk en begon met aanklachten, deed haar best om mij aan de kant te helpen, ziende dat ik door Gods Zegen hen zoveel afbreuk deed. Door Jan Pot, predikant te Elst, leugenachtig aangeklaagd, als hadde ik gehandeld tegen de gehoorsaamheid en de gesonde leer, bij de classis van Nijmegen, bracht de laatste de gedane aanklacht voor de rechtelijke macht". Op 7 Mei 1696 doet de Ambtman en Rigter der Ambts van Over-Betuwe te Arnhem uitspraak. Het vonnis luidt als volgt:
"Op gedane klachten van de Classis van Nimwegen om de paap, in de buurtschap Hollanderbroek en Hervelt zich ophoudende, en een formeele Kerck te Eymeren hebbende, waar hij woonachtig is, te doen apprehenderen (gevangen nemen) en in goede bewaring te houden, alsoo veelerhande uitsporigheden door hem sijn gepleegd, ens."

Wat bleef de ijverige zieleherder anders over dan zo snel mogelijk uit Elst te vertrekken. Nog voor de schout Neelman gevangen kon nemen, verlaat hij heimelijk zijn pastorie en vlucht naar veiliger oorden. Nog in datzelfde jaar (1696) wordt Neelman benoemd tot pastoor in Workum. Zijn voorganger, J. v.d. Bergh, was, na slechts enkele maanden pastoor te zijn geweest, door de parochianen op straat gezet en gedwongen Workum te verlaten. Het schuurkerkje, dat in 1680 in gebruik was genomen, had nog geen naam. Pastoor Gerardus Parijs, de voorganger van pastoor J. v.d. Bergh vond dat met dat soort armetierige kerkjes weinig eer werd gebracht aan heiligen. Pastoor Neelman dacht daar anders over, hij vond dat zijn kerkje een beschermheilige moest hebben. Als oud pastoor van Elst was hij een vereerder van de heilige Werenfridus. Hij koesterde ook sympathieën voor de opvattingen van de Roomsch Katholieke Kerk van de Oud-Bisschoppelijke Cleresie (Oud-Katholieke Kerk). Deze kerk was ook erg geporteerd voor de toewijding tot heiligen die in de Nederlanden werkzaam waren geweest. Deze twee omstandigheden hebben pastoor Neelman er toegebracht om de kerk van Workum onder het schutspatroonschap van de heilige Werenfridus te stellen.

St. Werenfriduskerk omstreeks 1828 en 1853

Pastoor B. Voets schrijft in zijn boekwerkje "En de tijd stond even stil…", dat toen de kerk op een goede dag "Werenfridus" gedoopt werd en wel zo plotseling, dat vele mensen zich verbaasd afvroegen: "Zeg, weet jij eigenlijk wel wie die Werenfridus is?". Wellicht heeft ook menig lezer van de Friso zich dat afgevraagd toen zij lazen: "Rommelmarkt Werenfridus weer geslaagd".

Bronnen:
- Geschiedenis van Elst door J.L.L. Taminiau (archivaris der RK kerk te Elst).
- En de tijd stond even stil….door B. Voets (oud pastoor van Haarlem).

Links:
Parochiële Caritas Instelling Workum
Museum Kerkelijke Kunst