Ate Willems Faber van "Zeeburg"


Merk 4
8711 CL Workum
tel. 0515 - 54 12 31






Ate Willems Faber
kastelein op "Zeeburg" te Workum
Willem Faber
's-Gravenhage


Ate Willems Faber is het tweede kind van Willem Ates Faber en Jeltje Eesges Boonstra. Hij is geboren te Grouw op 28 augustus 1834 en overleden in Amsterdam op 17 maart 1894. De eerste maal is hij gehuwd in Grouw op 14 september 1832 met Sytske Pieters Benthem die echter te Dokkum op 30 september 1857 is overleden. Zijn tweede huwelijk, gesloten te Oostermeer (Wymbritseradeel) op 29 juli 1859, met Gerardina Wilhelmina van Motman eindigde met haar overlijden op 1 januari 1866 te Leeuwarden. Op 10 maart 1869 trad hij te Menaldum ten derde male in het huwelijk, dit maal met Sijke Pieters Kunée.

Zoals uit het voorgaande blijkt is Ate nogal eens verhuisd. Dat is kennelijk het gevolg van zijn wisselende arbeidsactiviteiten. In 1855 komen we hem tegen als grutter te Grouw, een beroep dat ook door zijn vader werd uitgeoefend. In 1859, ten tijde van zijn tweede huwelijk, is Ate zaakwaarnemer en woont in Oostermeer. In 1860 staat hij vermeld als koopman in Scharnegoutum.


Bovenstaande afbeelding geeft de situatie bij de sluis te Workum weer in 1832. Nummer 676 bij de "Schutsluis" is de nog altijd bestaande scheepswerf. Nummer 672 is het Amsterdammer Veerhuis, dat tevens een logement was. Nummer 679 is een woning. Zowel nr. 672 als nr. 679 zijn eigendom van de winkelier Huite Gerrits Visser. Dat zelfde jaar komt Huite op 13 mei te overlijden in Wijk F nr 71 (= nr 679).

In december 1857 wordt "Een veel verbeterde HUIZINGE en LOGEMENT het Amsterdammer Veerhuis, met nieuw gebouwden VERFWINKEL" in eigen gebruik bij F. Planting verkocht. In 1873 wordt niet meer gesproken van "logement" maar van "een HUIS en WONING met ERF" en in 1876 spreekt men over "Den Opstal van een WINKELHUIS van ouds het Amsterdamsch Veerhuis". Waarschijnlijk heeft het in 1860 nieuw gebouwde "Zeeburg" de taak van logement overgenomen.

Nummer 1577 is het nieuw gebouwde "Zeeburg" en
nummer 1509 is voormalige logement "Het Amsterdammer Veerhuis" (1887)

Op 10 augustus 1860 komen we in de Leeuwarder Courant voorhet eerst de naam "Zeeburg" tegen. Johannes Martinus Leickering is de uitbater. Op dat moment wordt in "Zeeburg" de publieke verkoping gehouden van onroerend goed te Doniaburen.


Het blijkt dat Leickering zelf sociëtiethouder blijft van de Sociëteit Harmonie op de Merk 25, eigendom van 't Nut tot Algemeen te Workum.

Ate Willems Faber exploiteert, het is niet bekend wanneer hij daarmee is begonnen, het door hem van Leickering gehuurde Logement en Koffiehuis "Zeebrug" aan de Zeedijk te Workum. Helaas met onvoldoende succes want op 15 april 1862 wordt hij failliet verklaard.

Ook met de verhuurder van "Zeeburg", Johannes Martinus Lieckering gaat het financieel niet goed. Dedde Simons Gaastra, die geld aan hem heeft geleend, beticht hem in november en december 1861 van wanbetaling.
Doormiddel van een advertentie in de Leeuwarder Courant van 10 december 1861 is nog een poging gedaan een nieuwe huurder voor "Zeeburg" te vinden met "overname op tauxatie van het Ameublement en de Kasteleins-Gereedschappen":


Het lukt niet om een nieuwe huurder te vinden. Van de buurman van "Zeeburg", de eigenaar van de scheepshelling, Tjeerd Alles Visser, kan Lieckering fl 500,- lenen, zodat hij zijn financiële verplichtingen voorlopig weer kan nakomen.

Ate Willem Faber heeft die mogelijkheid niet. Een aantal advertenties in de Leeuwarder Courant illustreert het verloop van het faillissement:







Op 25 juli 1862 verkoopt de inmiddels in Stavoren wonende Johannes Martinus Leickering "Zeeburg" aan Jan Jacobs de Vries voor fl. 1.425,- (Zie ook Memoires van Ellard de Vries). Leickering is inmiddels kastelein in een herberg te Stavoren geworden, waar hij op 26 september 1868 "na langdurig sukkelen" op 50-jarige leeftijd komt te overlijden.

Hoe is het na het faillissement met Ate verder gegaan? Na Workum treffen we hem met zijn gezin aan in Deinum (1869) waar hij de functie van spoorweghaltechef vervult. Zijn carrière bij de spoorwegen heeft hij daarna voortgezet, eerst als ladingmeester te Meppel (1872) en vervolgens in diezelfde functie te Harlingen. Vandaar is hij met zijn gezin vertrokken naar Roordahuizum maar het is niet bekend welk beroep hij daar heeft uitgeoefend. In ieder geval heeft hij daarna Friesland voor goed verlaten want we zien hem terug bij de politie in Amsterdam waar hij per 16 april 1881 is benoemd als hoofdagent in vaste dienst.

Eindelijk vastigheid na een zwervend bestaan.


"Séburch"

Anno 2015 bestaat "Zeeburg" nog steeds, nu op z'n Frysk geschreven in de "stavering" die tot 1980 werd gebruikt: "Séburch". Maarten en Feikjen Bongers bedienen in Restaurant Séburch hun gasten al sinds 1995
In 2015 is de veranda met het uitzicht over It Soal, de vaart naar het IJsselmeer, in oude luister hersteld en kan menig Workumer en toerist hier genieten van het prachtige uitzicht. Of zoals Feikjen en Maarten het op hun site www.seburch.nl het zo mooi zeggen: "Waar je de Zon in de ZuiderZee Ziet Zakken".

"Séburch" met rechts daarvan de witte woning, voorheen "Het Amsterdammer Veerhuis".

"Séburch" met de in 2015 in ere herstelde veranda.
Waar je de Zon in de ZuiderZee Ziet Zakken

Het in 1735 gebouwde voormalige "Amsterdammer Veerhuis".

"Séburch" het markante gebouw hoog op de zeedijk met rechts daarvan het voormalige "Amsterdammer Veerhuis".

In 1956 kreeg het gebied om "Zeeburg" als straatnaam "Séburch". Hieronder ziet u de huidige situatie.
De plattegronden van de omgeving van Séburch/Zeeburg uit 1877 en 1832 ziet u daar onder.

2015



1887

1832

Omstreeks 1650 was het gebied om "Séburch" nog geheel onbebouwd
op een scheepswerfje na,dat bijna op de plek van het huidige "Séburch" stond.