Geschiedenis Firma Wed. W. Bakker Workum

Geschiedenis van de
Firma Wed. W. Bakker
te Workum
verteld door
Geert Bakker Szn.

bewerkt door
Gerrit Twijnstra


Genealogie: Workum-IJlst-Workum.

Hoewel de oorsprong van de Firma Bakker in IJlst ligt, beginnen we in Workum…

Minne Jurjens woont in Workum en is een wees. Op 7 november 1773 trouwt hij met het Workumer meisje Aaltje Ypes. Ze blijven in Workum wonen waar ook hun vier kinderen Jurjen (1774), Jurjen (1776), Janke (1777) en Aaltje (1779) worden geboren. Op 18 augustus 1794 overlijdt Aaltje, ze wonen op dat moment in een huisje op 't Súd op `e Hoek fan `e Stâl. Het huisje staat tussen het huidige Súd 153 en de boerderij in. Minne is vóór oktober 1813 overleden.

De woning van Minne Jurjens en Aaltje Ypes op de Hoek fan 'e Stâl te Workum

Hun zoon Jurjen Minnes Bakker (*Workum 21-12-1775) trouwt op 8 juli 1801 te Workum met Anke Tjerks Otma, dochter van de Workumer vroedsman Tjerk Reins Otma en Baukjen Gooitzens Sikma.

Jurjen en Anke verhuizen naar Harlingen en later naar IJlst, waar Jurjen sjouwerman (1831) is. Op 14 maart 1838 komt hij op 61-jarige leeftijd te overlijden in Wijk B nr 50 te IJlst, zijn beroep is dan "arbeider". Zijn vrouw Anke Tjerks Otma overlijdt op 20 maart 1859 op een voor die tijd zeer hoge leeftijd: 83 jaar.

Hun zoon Minne Jurjens Bakker (*Harlingen 04-11-1799) is in 1831 timmerknecht te IJlst. Als hij 23 jaar is, trouwt hij op 4 december 1831 met een dienstmeid uit Parrega, Vroukjen Sibles van der Kamp. Zij is in Koudum geboren, als dochter van Sible Sybolts van der Kamp en Hylkjen Douwes. De beroepen van Minne zijn timmerknecht (1831,1832), mastmakersknecht (1834), timmerknecht (1836-1858). Waarschijnlijk is hij bij zijn oudere broer Tjerk in dienst, want die is mastmaker. In 1863 is Minne timmerman te IJlst, terwijl zijn zoon Sibbele timmermansknecht is.

Sibbele Minnes Bakker (*IJlst 24 juni 1834), wordt mastmakersknecht (1858) en later timmermansknecht (1863) te IJlst. In 1882 is zijn beroep mastmaker en in 1891 wordt zijn beroep vermeld als pompmaker te IJlst. Uit zijn eerste huwelijk met Wiepkjen Klazes de Vries in 1858 wordt in 1859 een Minne geboren. In 1863 trouwt hij met Anneke Willems Brandsma, waar hij zes kinderen bij krijgt, onder anderen Willem (*IJlst 28-09-1863).

Willem Sibbeles Bakker
*IJlst 28-09-1863

Op 17 mei 1891 trouwen in IJlst de pompmakersknecht Willem Sibbeles Bakker en de dienstmeid Henderica Willems Piebenga. Hendrica is op 19 september 1870 in Franeker geboren als dochter van de kleermaker Geert Piebenga en Antje Wetterauw.

Hun eerste kind, Sibbele Bakker wordt op 22 april 1892 te IJlst geboren. Willem Sibbeles Bakker is dan nog pompmakersknecht te IJlst.



Willem Sibbeles Bakker.

Rechts het pand van de familie Bakker.

In 1892 of 1893 vestigen Willem en Hendrica zich in Workum aan de huidige Begine, als mast-, blok- en pompmaker en fabrikant van klein gereedschap, hooiharken, hooivorken, "gripen", hooiponters, hooislepen, kalver- en varkenstroggen in diverse maten.


Evenals in IJlst komt in Workum op het dak van de fabriek een windmotor te staan, die de stroom opwekt voor de machines in de fabriek. De windmotor is gemaakt door Willem zijn broer Gooitzen Bakker uit IJlst. Bij toeval is Gooitzen op het idee gekomen een windmotor te maken, die machines aan kan drijven. Later zal hij samen met zijn broer Tjerk nog veel meer windmotors maken, maar dan voor het bemalen van de polders in Fryslân.

Het bedrijf van de familie Bakker te IJlst bestaat nog steeds:
Historie van het bedrijf: klik hier
Site van het bedrijf: klik hier

Anna Bakker wordt als eerste kind te Workum op 30 september 1893 geboren. Haar vader noemt zich dan pompmaker te Workum. De getuigen bij de geboorteakte zijn Berend Gras, 34 jaar, winkelier en Johan Kemker, 26 jaar, barbier.

Op 26 juli 1895 overlijdt het oudste kind Sibbele, nog maar 3 jaar oud. De buren Simon Wiersma, 50 jaar, schipper en Berend Gras, 36 jaar, winkelier, doen de aangifte.

Een jaar later wordt op 7 juni 1896 weer een Sibbele Bakker geboren, zijn vader Willem noemt zich dan "mast-, blok- en pompmaker". Getuigen bij de geboorteakte zijn Sjoerd Kupeerus, 38 jaar, koopman en Ferdinant Nauta, 33 jaar, smid.

Op 23 januari 1899 wordt hun tweede zoon Geert geboren. Zijn vader Willem Sibbeles Bakker gaat samen met de werkman Eeuwke Bijlsma en de smid Ferdinant Nauta naar het gemeentehuis om de aangifte te doen.
Later volgen de dochters Anneke (*Workum 23-02-1901) en Reintje (Reino) Bakker (*Workum 27-05-1903).

Advertentie in programmaboekje 1000-jarige bestaan van Workum in 1907

De producten worden in Workum en omgeving en op de markten in onder anderen Bolsward, Sneek en Leeuwarden verkocht. Willem is in Workum en omstreken vooral bekend als pompmaker, hij wordt daarom "Bakker de pompmakker" genoemd. Op 11 juli 1908 overlijdt Willem, nog maar 44 jaar oud. Zijn buren Cornelis Gielstra, 30 jaar, timmerman, en Tjamke de Harder, 28 jaar, mast-, blok- en pompmaker in diens t van Willem Bakker, zijn getuigen bij de akte van overlijden.

Na het overlijden van Willem Sibbeles Bakker wordt zijn vrouw Hendrica als voogd benoemd over de kinderen Anna, Sibbele, Geert, Anneke en Reino. Tjerk Bakker, broer van Willem, uit IJlst wordt toeziend voogd.

Op een nota is nog te zien dat de naam van het bedrijf "W. Bakker Sz." wordt gewijzigd in "Wed. W. Bakker Sz.". Het betreft een "Nota voor de Heeren Kerkvoogden Ned. Herv." over 1909. Voldaan op 18 februari 1910.

Sibbele Minnes Bakker

De vader van Willem, Sibbele Minnes Bakker uit IJlst, komt naar Workum om het bedrijf voor zijn schoondochter en kleinkinderen voort te zetten. De naam van het bedrijf wordt gewijzigd in Fa. Wed. W. Bakker. Sibbele leert zijn kleinzonen Sibbele en Geert het vak.

Een zogenaamde dubbelzitter.
De kinderen konden met de rug naar elkaar toe hierop zitten.

Naast het boerengereedschap wordt een aantal jaren kinderwagens gemaakt: enkelzitters en dubbelzitters. De grote wielen komen uit Engeland en worden door Anna, Reino en Anneke, de dochters van Willem en Hendrica, boven de winkelafdeling gelakt. De kinderwagens met de grote wielen zijn op sommige ansichtkaarten van Workum terug te vinden. Op een gegeven moment is er teveel concurrentie van Troelstra & De Vries, zodat bij Bakker de productie van de kinderwagens stopt.

Friso zaterdag 19 juni 1915

Leeuwarden Courant 11 juni 1915

Sibbele Minnes Bakker overlijdt onverwacht op 10 juni 1915 's middags 4 uur. Hij is dan al 80 jaar oud.
De aangifte bij de burgelijke stand wordt gedaan door Cornelis Gielstra 38 jaar, timmerman, en Taeke van der Meulen, 31 jaar, fabrieksknecht.
Sibbele (*1896) en Geert (*1899) hebben nog veel van hun pake Sibbele kunnen leren en zijn zodoende in staat het bedrijf voort te zetten.




De gebroeders Sibbele en Geert Bakker.

De fabriek van de firma Bakker met v.l.n.r. Tjamke de Harder, Jan van der  Heide, Douwe en Ysbrand Kramer en Sibbele Bakker.

Sibbele trouwt op 13 augustus 1919 met de bakkersdochter Joukje Stuur, dochter van Albert Harmen Stuur en Simkje Schootstra. Geert blijft ongehuwd.

In 1932 laten Sibbele en Joukje een nieuwe woning bouwen aan de huidige Spoardyk 50. De woning is getekend door hun werknemer Marten van der Meer. Het is een vakman! Het is een rustige verstandige man, die wethouder van Workum en ouderling bij de Doopsgezinde Gemeente is geweest.


Marten van der Meer is tevens winkelchef. 's Winters verkoopt hij in de winkel aan de Begine onder anderen schaatsen. Siebren Valk is slijpt de schaatsen met een grote zachte steen. De steen is later geschonken aan het Eerste Friese Schaatsmuseum te Hindeloopen.

Nieuwsblad van het Noorden 09-10-1933

Sibbele en zijn broer Geert Bakker breiden het bedrijf steeds verder uit en gebruiken de slogan:

Vrolijk naar de akker
Met gereedschap van Bakker

Geert Sibbeles Bakker legt de eerste steen van de houtbewerkingsfabriek

Het bedrijf wordt te klein, daarom wordt omstreeks 1935 achter het bedrijf een grote houtbewerkingsfabriek met droogloods en een smederij gebouwd. De nog zeer jonge Geert Bakker jr. mag de eerste steen leggen en wordt bij dit feit door de fotograaf vereeuwigd. Voortaan kan de firma Bakker alle werkzaamheden zelf doen.



Er wordt zo langzamerhand van alles gemaakt waarvoor veel hout nodig is. Om de houtvoorraad aan te vullen wordt door de firma Bakker bomen gekocht, iepen en eiken, die door Gaasterlandse bomenrooiers worden gerooid. Marten Huitema uit Workum zorgt voor het vervoer uit de bossen naar de boot van Douma of Elzinga. Per boot gaan de stammen naar de molen "De Jager" in Woudsend. Nadat de stammen zijn bewaterd worden stammen gezaagd en vervoerd naar de Firma Bakker in Workum.

Een klein greep uit de vele producten. Hooislepen, rijdende voederbakken, melkfietskarren, melkbuskarren op 4 wielen voor 8, 10 en 12 melkbussen en melkbuskarren op 2 wielen (vaak voor 4 melkbussen) en kruiwagens. Kruiwagens zijn er in vele soorten en maten. Voor de boeren de mestkruiwagens van verschillende grootte: 125, 150 en 175 liter en kuilkruiwagens. Voor de schippers kruiwagens voor de modder (100 liter). Voor de timmerman kruiwagens voor beton (zogenaamde "rondneuzen" van 80 liter) en grint (150 liter) en steen. Voor grondwerkers van de Heidemij. zijn de pipegalen geschikt.
De kruiwagens die op de diverse markten verkocht worden, worden in de grondverf gezet. De houten wielen worden door de smeden, er is een speciale smederij op het fabrieksterrein aanwezig, voorzien van stalen hoepen. Vanaf het open vuur worden de stalen hoepen nog warm om de houten wielen gelegd.

Het vervoer naar de markten gaat per schip. Elke maandag- en donderdagmiddag worden de kruiwagens naar de boot gebracht voor de markten in Sneek (dinsdag) en Leeuwarden (vrijdag). In optocht gaan de kruiwagens over de Beginebrug, de bruggetjes langs de Dolte richting de boot van Douma en later Elzinga. Het is een geweldige herrie. De jongens en mannen die helpen, om de kruiwagens te verplaatsen krijgen ze hiervoor een paar centen of een sigaar.

woonwagen gemaakt door de firma Bakker en
ontworpen door Geert Bakker
steen- en betonkruiwagen

De firma Bakker heeft 's vrijdags een vast verkooppunt op het Zaailand te Leeuwarden tegenover het gerechtsgebouw. 's Morgens om zeven uur worden de kruiwagens en andere goederen met behulp van handkarren vanaf de pakhuizen opgehaald. Tegenover de Harmonie huurt de firma Bakker een pakhuis van Niemendal.

Begin 20ste eeuw de firma Bakker op het Wilhelminaplein te Leeuwarden.

Er wordt veel handel gedaan. Soms hebben de verkopers de labels in de mond en de pen in de hand om snel de namen van de kopers van producten op te schrijven en die labels op het verkochte product te plakken. Vaak zijn het veehandelaren, die in opdracht van hun boeren inkopen doen.

Om een uur of drie in de middag is de handel voorbij en wordt dikwijls het bij het Zaailand staande hotel bezocht. Daar worden de betaling verricht. Er wordt afgerekend op zegel en de koop beklonken met een borrel en/of een sigaar. De verkochte spullen worden door de verkopers naar de schepen gebracht, die door heel Leeuwarden heen liggen, soms wel een kilometer lopen vanaf het Zaailand.

In Sneek wordt de markt op het Schapenpleintje gehouden. De kinderkruiwagens en -trekwagentjes worden daar veel verkocht evenals de opvouwbare tuinbanken. Na afloop van de Sneker markt wordt in "De Strake", het café van Pettinga, heerlijke snert gegeten. De snert is een paar dagen ervoor al gemaakt en tijdens de veemarkt opgewarmd opgediend.

Later verhuist de markt naar het Veemarktplein (het tegenwoordige parkeerterrein).

Bolsward wordt `s donderdags bezocht, waar de standplaats bij de Doele is. Op Bolletongersdei staan ze met twee man de producten te verkopen.



Tweede Wereldoorlog

Boerderij van Rintje Haagsma aan de Trekwei.

Op de hoek van de Trekwei en de Prysterhoek staat de boerderij met de letters N.S.B. op het dak. Hier woont Rintje Haagsma. Het is nog in het begin van de oorlog. Voor de boerderij ligt een mooie brede sloot . De gebroeders Sibbele en Geert Bakker hebben hun oog op de sloot laten vallen, want hierin kan mooi het rondhout worden bewaterd, om het looizuur er uit te laten trekken.

Rintje Haagsma met het NSB-speldje op zijn revere.

Sibbele en Geert wagen het er op en gaan naar de boerderij om toestemming te vragen het hout in de sloot te laten bewateren. Rintje Haagsma doet zelf open en zegt: "Hé, de gebroeders Bakker! Wolle jimme jim ynskriuwe litte by ús partij de N.S.B.?" Maar Sibbele en Geert zeggen, dat dat niet het geval is. Terwijl hun een kopje koffie wordt aangeboden, vertellen ze, dat ze graag de sloot voor zijn boerderij willen gebruiken, om de bomen te laten bewateren. Dat vindt Rintje goed: "Hearen gean jimme gong mar." Hij stelt zelfs nog voor mee te helpen het zware eikenhout te vervoeren en stelt zijn boerenwagen en zijn paarden beschikbaar. Een geweldig voorstel. Doordat de sloot aan de weg ligt is het een zeer geschikte plek!

In de bij het bedrijf staande droogloodsen worden de planken gedroogd. Eiken- en iepenhout wordt na het gedroogd zijn bewerkt tot allerlei producten. De planken zijn vooral gemaakt van het zware eikenhout.

Geert Willems Bakker

Op 10 juli 1941 overlijdt na een lang ziekbed Geert Bakker. Zijn broer Sibbele doet de aangifte bij de burgerlijke stand.

Leeuwarder Courant 11 juli 1941:

Friso zaterdag  12 juli 1941:

Sibbele mist nu een geweldige kracht, die nog vol plannen zat. Geert wilde het bedrijf nog verder uitbreiden. Hij was al bezig met het inkopen van onderstellen van oude Forten, met de bedoeling deze om te bouwen tot luchtbandenwagens. De Fa. Wed. W. Bakker zou dan net zo'n bedrijf zijn geworden als Miedema te Winsum. De fundamenten lagen al klaar voor de uitbreiding. Geert was een man, die kon maken wat hij zag.

de kinderen van Sibbele en Joukje Bakker-Stuur
v.l.n.r.: Leentje-Trijntje, Geert, Anna, Albert,
Geertje,Hendrika, Simkje en Willem-Sibbele.

Sibbele staat er nu alleen voor, zijn kinderen zijn nog jong en Nederland is bezet door de Duitsers.

Pipegaal

De Duitsers hebben kruiwagens nodig voor het vliegveld te Leeuwarden en vragen de firma Bakker deze te leveren. Maar Sibbele weigert het. Als reden geeft hij op, geen houtvoorraad meer te hebben.

Op een dag komt de N.S.B.-er Rintje Haagsma, met het jachtgeweer over het schouder, met een paar Duitsers langs. Rintje weet dat de overleden Geert Bakker een motor en een auto had met de kentekens B-2704 en B-13377. Sibbele heeft beide nummers, die toen nog persoonsbonden waren, overgenomen in augustus en september 1941.

Joukje Bakker-Stuur en Sibbele Bakker voor de auto, een Hanza, een Duits merk, die in de oorlog verborgen werd voor de Duitsers en na de oorlog werd gevorderd door N.B.S. en niet teruggebracht.

De motor en de auto en nog een auto van een ander, heeft Sibbele verstopt achter een stapel aardappelkistjes. Rintje Haagsma staat met de Duitsers vlak bij de stapel kistjes. "Jo hewwe doch de auto fan jo broer oernommen?" vraag Rintje Haagsma aan Sibbele. "Ja dat kloppet," zegt Sibbele: "mar dy he ik ferkocht." En de Duitsers maar zoeken terwijl zoon Geert het allemaal zie gebeuren. "Mar…..," zegt Sibbele plotseling: "Ik he wol wat oars. Kom mar eefkes mei." Samen met Rintje en de Duitsers loopt hij naar een andere werkplaats. Daar staat een andere auto met een gasgenerator. "Nicht haben!" zeggen de Duitsers en het gezelschap vertrekt weer.

Hadden ze de auto's en de motor gevonden, dan had er het voor Sibbele niet best uitgezien.

Tijdens de bevrijding komen leden van de N.B.S. langs om dezelfde auto. Sibbele is zo blij met de bevrijding, dat hij de auto zomaar meegeeft. Helaas hebben ze de auto nooit meer teruggezien.


Op 16 april 1945 komen de Canadezen 's middags Workum binnen rijden. Op dat moment gaat Marten van der Meer op de werkbank staan en schildert bovenstaande afbeelding met de vlaggen van de geallieerde landen in top, terwijl de Duitse vlag wordt gestreken. Geert Bakker jr. staat er met genoegen bij de kijken.



Sibbele Bakker en zonen.



Dankzij de goede vakmensen blijft het bedrijf draaien. Het is nog veel handwerk waarbij met de schaaf en het haalmes wordt gewerkt om bomen en masten voor de schepen en vlaggenmasten te maken. Ook het gereedschap, zoals schoppen, worden met bijtel en schaaf bewerkt. Veel hout wordt gedraaid, zoals de "skepsjelten" (schopseelten) . Een van de goede vakmensen is de draaier Tjamke de Harder.

Het maken en repareren van houten pompen gaat naast de productie van andere artikelen gewoon door. Met behulp van een grondboor wordt een diep gat in de grond geboord en daarin wordt een blok, een lange vierkante dikke paal, in de grond geduwd. Daarna wordt het blok met in de volle lengte met behulp van een langgatboor doorboord, zodat het een houten buis is geworden. Daarna wordt de pomp er opgeplaatst en dan maar pompen, totdat er water uitkomt. Zwaar werk voor de pompmakers. In het begin was het nog veel handwerk wat er gebeurde in het bedrijf.

Oude pompen die aan de bovenkant zijn verrot, worden uit de grond gehaald en op de kop er weer in teruggezet. De kant die onder water zit blijft meestal goed, zodat de buis van een pomp meer dan één keer gebruikt kan worden. De emmertjes en de pompzuigers worden door Marten van der Meer gemaakt. Later worden de pompen vervangen door metalen pompen van het merk Douglas.
Er werken door de jaren heen nogal wat houtbewerkers bij de firma Bakker. We noemen er een paar: Douwe Kramer en zijn zoon Jan Kramer, Jan van der Heide en zijn zoon Henk van der Heide, Ysbrand Kramer, Wieger de Jong, Jaring Houtsma.

Tot de kruiwagenvakmensen behoren Douwe Kramer , Van der Heide, Hans de Jong en Johan Sjaarda.

Siebren Valk (smid) en Douwe Kramer (houtbewerker) bij de smederij

In de smederij werken smeden, die zeer goed smeedwerk leveren: Kees van Drooge, later samen met Siebren Valk. Vele smeden hebben in de smidse gewerkt.

Frits Zweed

Ook heeft een bedrijf boekhouders aan het werk o.a. Gerrit Faber, Frits Zweed en Jacob Bouwhuis.

In Workum heeft Sibbele Bakker eens bomen op stam gekocht. De bomen stonden tussen het in het waaggebouw gevestigde politiebureau en de kerk. Boomrooiers uit Gaasterland zouden het werk uitvoeren. De rooiers waren druk bezig met het kappen van één van de bomen, toen deze plotseling de verkeerde kant op viel. Met veel gerinkel viel de boom dwars door een van de grote glas-in-loodramen van de kerk. Wie de kosten heeft betaald, is niet meer bekend. De veiligheidseisen waren toen nog niet zo streng als tegenwoordig het geval is. Een veiligheidshelm werd toen vaak niet gebruikt.   

Elk jaar wordt aan 't Turflân een boot met Noorse sparren van diverse lengten en dikten gelost. Deze worden gebruikt voor het maken van vaarbomen en haakstokken voor de schippers. Ook worden er ladders, zoals de bintladders voor in de boerenschuren, gemaakt. Ook zijn de sparren geschikt voor het maken van hooischuivers. Voordat het hout verwerkt wordt, moet het overigens eerst een tijd inwerken. Ze staan daarom een tijd tegen de loods aan. De dunnen palen van sparrenhout zijn geschikt voor de fuikstokken voor de vissers of als ruiterstokken, die gebruikt worden in het hooi bij de boeren.

Om een ladder te maken, moet een spar eerst geschaafd worden met behulp van een blokschaaf en daar met de machine in de lengte doorgezaagd worden. Tussen de twee ontstane stukken worden sporten geplaatst, zodat de ladder klaar is voor gebruik.

Door de houtbewerking komt er veel zaagsel los. Het zaagsel wordt in zakken gedaan en opgehaald door Bootsma van 't Noard (later Workumer Strand) voor de varkens, zodat die zacht kunnen liggen.



Het bedrijf bezit inmiddels een flink machinepark. De stelen voor de schoppen en vorken komen kant en klaar uit de machines. De machines zijn in het begin niet altijd veilig en er moet voorzichtig mee worden omgegaan. Soms kan in lintzaag springen en dan bestaat het gevaar dat je daarmee een klap in je gezicht krijgt. Ook het schaven (schaafwonden) en stokkendraaien (verschroeide handen) is niet zonder gevaar.

Als slogan wordt gebruikt:



Neemt de proef
en ondervindt het.
Bakkers Kruiwagen
die, wint het.


Zoon Willem werkt, net zal zijn oom Geert op het bedrijf. Zoon Geert gaat net als zijn vader "de boer op". Geert heeft veel van zijn vader Sibbele geleerd, wat het verkopen betreft.


Zo ziet hij op een dag hoe zijn vader een opvouwbare tuinbank verkoopt. Een mevrouw gaat op de tuinbank zitten. "Hoe vindt u de bank zitten?" vraagt Sibbele Bakker aan de mevrouw. "Hij zit heerlijk. Jammer, dat ik er geen plaats voor heb, want ik woon in een niet al te groot bovenhuis, waar zou ik `m moeten bergen?" "Gaat u maar even staan," zegt Sibbele: "Heeft u een bed?" Ja, die heeft ze. "Kijk," zegt Sibbele en vouwt de tuinbank in elkaar: "deze kunt u zo onder uw bed schuiven." En de tuinbank is verkocht.

Tentoonstelling op de Nieuwstad te Leeuwarden
met Sibbele Bakker, Geert Bakker jr. en Marten van der Meer (ca. 1950).

Sibbele heeft altijd een dikke Hofnarsigaar in zijn mond, waar de sigaar was, was Sibbele Bakker. In zijn zak heeft hij een doos sigaren met sigarenbandjes met het logo van de Firma Wed. W. Bakker. Deze worden weggegeven als relatiegeschenk. Vaak wordt aan vaste klanten met de jaarwisseling een hele doos sigaren cadeau gegeven en bij bijvoorbeeld een geboorte een krui- of kinderwagentje of een droogspin voor de was.

Sibbele Bakker tijdens een van de Oudevandagen dagen
met in de auto  Tjamke de Harder en zijn vrouw Anna.

Niet alleen op de markt rookt Sibbele, maar ook in de auto. Het witte linnen in de auto is op een gegeven moment bruin van de teer. Hij rijdt een aantal jaren in een DKW, die door veel mensen de "Dútse Kinder Wagen" wordt genoemd. De DKW wordt later vervangen door een Opel.

Al jong moet Geert jr. op de motor en later met de auto met aanhangwagen langs de klanten. Ook bezoekt hij de markten. Nadat hij het vrachtautorijbewijs heeft gehaald, gaat hij met de vrachtwagen langs de klanten en markten.

Geert Bakker jr. met de DKW Schnellaster.
Afbeelding is gemaakt door Cees Riemersma. Op de andere kant van de auto staat een kruiwagen geschilderd.

Geert staat diverse keren om de twee weken in Slootdorp in de Wieringermeer. Daar wordt behoorlijk verkocht aan de uit Fryslân afkomstige boeren. De Coöperatie in de Wieringermeer krijgt daar reuk van en Geert moet vertrekken. Later heeft hij met de het bestuur van de Coöperatie veel goede zaken gedaan. Ook in Schagen treft Geert vele Friezen, waar hij zaken mee doet.

Ook Kampen wordt diverse keren bezocht en ook daar wordt leuke handel gedaan met de Kamper boeren.



De Jaarbeurs in Utrecht bezoekt Geert Bakker samen met Johan Sjaarda. De transportlorries gaan goed van de hand.

Sibbele heeft diverse malen een standplaats op de beurs in Amsterdam, waar hij goede zaken doet met de gebruikers van de volkstuinen.

In het najaar gaan Sibbele en zijn zoon Geert elk jaar een week lang naar de Bouwvakbeurs in Zuidlaren, waar ze een grote stand hebben. Met de vrachtwagen reizen ze vanuit Workum er naar toe en overnachten die week in een hotel te Eelde.

De onvergetelijke "Rijlihanto" te Rijs eind augustus 1951 wordt geopend door de freule Van Swinderen. In deze prachtig omgeving worden veel kinderkruiwagens verkocht. Ook andere grote goederen gaan goed van de hand. De ouderwets geklede freule bezoekt ook de stand van de Firma Bakker en op een door de firma gemaakte tuinbank heeft zij een gesprek met Geert Bakker. Ook op de Rijlihanto II is de firma van de partij.

De Firma Bakker op de Rijlihanto te Rijs. V.l.n.r. Marten van der Meer en Geert Bakker. Klik hier voor meer informatie over de Rijlihanto II.

Op vrijdag 16 november 1951 staan 's morgen zeven uur diverse groepen studenten voor het Paleis van Justitie liederen te zingen. De journalisten Tsjebbe de Jong van het Bolswarder Nieuwsblad en Fedde Schurer van de Heerenveense Koerier moeten deze dag voor het gerecht verschijnen, omdat ze opkwamen voor de Friese taal en in hun krant de rechter, die het Fries niet wilde verstaan, beledigd hadden. Niet iedereen kan naar binnen, zodat een grote groep buiten blijft staat. Het is vrijdagsmarkt, zodat ook boeren en burgers zich bij de studenten en journalisten voegen. Het duurt niet lang of de politie komt op het bordes aan het woord, om de mensen te bewegen te vertrekken. Even later verschijnt de politie op motoren met zijspan en gummiestok, die op de mensen in beginnen te rijden en te slaan. Het regent tomaten, die de betogers uit de stand van de groenteboer halen.

De Firma Bakker op het Zaailand te Leeuwarden.
V.l.n.r.: Hans de Jong (houtbewerker), Willem Bakker,
een klant en Sibbele Bakker

De firma Bakker staat er met vorken, seizen, scherpe "splitlodden" en meer van dergelijke als wapen te gebruiken producten. Sibbele en zijn zoon Geert gooien als de donder als eerste al het scherpe materiaal in de wagen. Daarna al het andere "ark en reau" en maken dat ze weg komen, terwijl de omgeving van het Paleis van Justitie verandert in een grote tomatensoep.
Deze vrijdag zal de geschiedenis ingaan als "Kneppelfreed".


Op donderdag 24 september 1953 wordt tijdens de Jouster Merke de eerste Agrarische Schouw gehouden. Een groot aantal landbouwwerktuigen staan er opgesteld. De oud-Workumer Hisse van 't Veer is voorzitter van de schouw, dat is de reden dat Sibbele Bakker met een toespraak de eerste schouw mag openen. Drieduizend mensen bezoeken de schouw, die in het park gehouden wordt. Volgens de Leeuwarder Courant van een dag later, zijn de zakenlieden, die hier vertegenwoordigd waren tevreden, "doch volgens ons was het er te nat en te modderig." Ondanks het feit dat het in 1953 "te modderig" was, zal de Agrarische Schouw voortaan elk jaar op de vierde donderdag van september gehouden worden. Geert Bakker en Johan Sjaarda zullen deze nog vaak samen bezoeken.

In de herfst staat Geert Bakker 's maandagsmorgens vaak bij het café op Warns, waar op die dag de directeur Y.B. de Vries van Boerenleenbank Stavoren-Warns zitting heeft. De boeren krijgen daar hun melkgeld uitbetaald en doen tevens de bankzaken. Daar maakt Geert kennis met omstreden oud-K.N.I.L.-militair Raymond Westerling, die een tijdje in Warns woont en zo nu en dan bij de stand een kijkje komt nemen.

Ook op de jaarlijkse Veekeuringsdag, de vierde woensdag van september, in Workum is de firma Bakker van de partij. De standplaats is bij banketbakker Mensonides (nu Folkerts).

Geert Bakker Szn. op Veekeuringsdag te Workum.

In die jaren kwam Veldstra uit Marssum vaak met de tuigpaarden bij het concours hippique in Workum. In opdracht van hem maakt de fa. Bakker een mooie bokkenwagen.

collectie Warkums Erfskip

Even maakt het bedrijf een "uitstapje" in een andere richting dan de handel met de boeren en burgers, namelijk de kerken. Willem Bakker is omstreek 1952 diaken geworden en vindt het geldtellen in de kerk veel werk. Hij bedenkt de geldzeef. De geldzeef bestaat uit een aantal lagen. De bovenste gaten zijn het grootst en de op één na laagste het kleinst. Zo komt in elke laag dezelfde munten te liggen. Zijn vader Sibbele en broer Geert moeten de kerken langs om ze te verkopen. Maar het zaken doen met kerken is iets heel anders dan het zaken doen met boeren en burgers. Voordat zo'n is apparaat verkocht moet de klant een paar keer zijn bezocht, want er moet eerst worden overlegd. Het ontwerp is overgedragen aan de Firma Gebroeders Smink te Amersfoort, die ze van aluminium liet maken, een stuk lichter dan de stalen zeven van Bakker.


Geert Bakker geniet van de handel en het contact met de mensen. Waar maar handel is, gaat hij uit naam van de firma Bakker naar toe. Zo ook naar de Visafslag op Urk. Daar is behoefte aan ijswagens om het ijs voor de koeling van vis te verplaatsen . Bij de firma Bakker wordt een ontwerp gemaakt en na goedkeuring door de Urker vissers worden er een groot aantal ijswagens gemaakt. Het wordt een groot succes. Dankzij de goede contacten op Urk met onder anderen wethouder Bosch van de gemeente Urk, die directeur is van een van de visfileerbedrijven en zodoende relaties heeft met de andere visfileerbedrijven op Urk, wordt het vertrouwen gewekt, wat goed is voor de handel. Aan de goede contacten herinnert nog een fileermes dat Geert Bakker als relatiegeschenk heeft gekregen van directeur/wethouder Bosch van Urk. Bij de visfileerbedrijf van Bosch zijn zo'n 80 vrouwen aan het werk.

Niet alleen op Urk maar ook op de visafslagen van Wieringen, Harlingen en Makkum worden goede zaken gedaan, o.a. met de verkoop van transportlorries.


De skûtsjeschippers hebben kruiwagens nodig. De planken waar de schippers en hun personeel overheen met kruiwagen overheen moeten lopen, zijn vaak glad, waardoor de kruiwagens met de vlakke hoepen beginnen te glijden. Daarom worden zogenaamde spoorhoepen gemaakt. Dat zijn hoepen met een gleuf, die voorkomt, dat de kruiwagens beginnen te glijden. Ook boeren maken hier gebruik van voor de mestkruiwagens, die ook over vaak gladde plakken moeten rijden. Door de boeren werden daarom wel planken besteld met een groef er in, zodat de kruiwagen in het midden blijft rijden. Later wordt het probleem opgelost dankzij de minder gladde luchtbanden.

een kar om kalveren mee te vervoeren

Een aantal producten zijn seizoensgebonden. In de hooitijd worden diverse soorten hooiharken, hooivorken, hooiponters, hooislepen en diverse soorten hooischuivers, hooiroeden (om de temperatuur van het hooi te meten) enz. verkocht. De hooiroeden worden in de smederij gemaakt.

Op de markt worden ook kooien verkocht om ratten te vangen. Op een dag komt een boer langs met een klacht. Het lukt hem maar niet om een rat te vangen in de kooi. Geert geeft hem het advies om een spiegel in de kooi te plaatsen. De rat zal zichzelf in de spiegel zien en denken dat het een jong van hem/haar is. Een week later komt de boer weer langs: nu met de kooi met daarin als bewijs de nog levende rat, wat natuurlijk veel bekijks oplevert.


Aan burgers worden 's zomer vooral tuinbanken verkocht. Vooral de opvouwbare tuinbank is in trek. Naar Vlieland en andere plaatsen met strand worden vele strandwagentjes verzonden.

Aan de Jachthaven van Brennikmeijer te Heeg worden veel vaarbomen afgeleverd voor de BM-ers.


Aanhangwagens worden ook gemaakt, maar op een gegeven moment wordt het winstgevender deze aanhangwagens in te kopen en daarna te verkopen.

Ook aan de huisvrouw wordt gedacht. Er worden namelijk linnenrekken gemaakt en droogrekken voor om de kachel en droogspinnen voor boven de kachel om de was te drogen.

Niet alleen wordt gereisd, artikelen te verkopen, maar er moeten ook inkopen worden gedaan bij houtfirma's en constructiefirma's.

Bolletongersdei te Bolsward ca. 1965.
Links Hans de Jong en rechts Geert Bakker jr.

Na de donderdagsmarkt in Bolsward reist Geert soms even door naar Witmarsum, om Hotel Steensma te bezoeken. In dat hotel komen vele vertegenwoordigers bij elkaar, om elkaar aan de stamtafel te ontmoeten en sterke verhalen te vertellen. Vaak wordt tijdens de gesprekken handel gedaan of worden de nieuwste ontwikkelingen besproken, waar handel in kan zitten, zoals nieuwbouw in een dorp, waar de aannemer misschien nieuwe kruiwagens, speciekuipen of betonschoppen kan gebruiken of een "nijboer" die nieuw "ark en reau" nodig heeft.

Aan de stamtafel zitten vaak ook andere Workumers, zoals Eeltje Molenaar, vertegenwoordiger van Jan Sikkes, en Cor Hofman, vertegenwoordiger van De Boer van de Leeuwarderder Borstelfabriek.

Het bijzondere aan het hotel is, dat ze een papegaai hebben. Als de vertegenwoordiger van Douwe Egberts binnenkomst roept het dier steevast: "D.E. lekker he?"

Onder het vertellen van en luisteren naar wordt door de bediening heerlijke erwtensoep met spek opgediend. Het is nog een gemoedelijke tijd.

Op het Workumer Strand.

Soms willen of kunnen klanten niet betalen. Eén keer is Geert door een boer met een "gripe" van het erf gejaagd. Een week later is diezelfde boer naar Canada geëmigreerd.

Op de Bolswarder markt verkoopt Geert aan een boer twee kalvertroggen op poten. Deze moeten bij die boer thuis worden afgeleverd. Met de DKW rijdt Geert naar het door de boer opgegeven adres. De boederij blijkt 100 meter vanaf de weg te staan en Geert moet met de auto door een hek en een stukje land om bij de boerderij de komen. Echter achter het hek lopen allemaal kalveren. Alleen kan Geert niets tegen deze kalveren beginnen, want die zullen ontsnappen, als hij het hek opent. Daarom besluit hij de voertroggen bij het hek neer te zetten. Een week later komt de boer weer langs en vraagt waar toch die voertroggen blijven. "Dy stean foar de hikke." zegt Geert. "Mar jo soene se by my thús bringe!" zegt de boer. Geert er weer naar toe en het blijkt dat de voerbakken nog mooi bij het hek staan. Hij heeft ze op de auto geladen en bij de boer thuis bezorgd, die overigens de rekening keurig heeft betaald.


's Winters zijn soms lang en zwaar. Grote sneeuwduinen moet een vertegenwoordiger als Geert Bakker trotseren. Sneeuwschuivers zijn er nog niet in die mate, dat de wegen regelmatig schoon worden gehouden. Strooien heeft vaakt geen zin, omdat er nog niet veel verkeer is. Vooral in de Bouwhoek bij Minnertsga en omstreken zijn de wegen dan slecht begaanbaar.


Eén keer gaat het mis. Geert is onderweg met kruiwagens over de Trekweg. Plotseling beginnen de auto en de aanhanger te glijden. Geert kan het niet meer keren. Voordat hij het weet staat hij op het ijs van de Trekvaart. Gelukkig is het ijs dik genoeg dat de auto met de aanhanger niet door het ijs zakt.

Links: metalen rondneus betonkruiwagen met betonschop.
Rechts: plastic kruiwagen met een inhoud van 50 liter voor de mest.

De tijden veranderen. Ook het materiaal veranderd. Het plastic is in opkomst. De houtenkruiwagens worden vervangen door kruiwagens van plastic. Het ijzeren frame wordt nog wel gemaakt door de firma Bakker,maar de plastic bakken worden geleverd door een fabriek uit Tynaarlo.

Personeelsreisje naar Giethoorn.
V.l.n.r.: Johan Sjaarda, Douwe Kramer, Willem Bakker, Jan Kramer, een Fabriek afkomstig van Bolsward (boekhouder) en Siebren Valk.
In het midden een ernstig kijkende schipper van de punter.

Wat Geert Bakker nooit meer zal vergeten is het personeelsreisje naar Zoutkamp. Ze moeten voor een brug wachten en daar komt een boot aan varen met prins Claus en prinses Beatrix met hun kinderen aan boord. Toevallig heeft Geert een kinderkruiwagentje in de auto liggen. Dat overhandigt hij prins Claus. De kinderen zijn niet te houden en vliegen met het kruiwagentje over het schip heen en weer. Later krijgt de firma Bakker een bestelling binnen van nog twee kruiwagentjes. Op Drakensteyn zijn de kruiwagentjes nog vaak gebruikt in de tuin. Er zijn zelfs nog beelden van.

Vanaf 2.09 min. zijn de kruiwagentjes op Drakenstein te zien.

De laatste jaren rijdt Geert Bakker in een Chevrolet. Het is een grote sterke wagen, die gemakkelijk een grote kar met te verkopen of verkochte artikelen kan trekken.


Geert Bakker krijgt last van zijn stembanden en moet drie keer worden geopereerd en bezoekt honderd keer het ziekenhuis in Groningen. Hij moet stoppen met werken, wat hem heel erg spijt.

Willem Sibbele Bakker

Zijn broer Willem gaat alleen verder met de zaak en zal later worden overgenomen door diens zoon Sibbele (Sam), die zich sinds 1980 geheel richt op de staalconstructie onder de naam "Bakker Workum Konstructiewerken": www.bakkerworkum.nl


Tot 1990 wordt de in 1932 gebouwde fabriek achter de Begine gebruikt. Maar het pand wordt te klein. Op industrieterrein De Horsa wordt een moderne fabriek gebouwd, dat in 1990 in gebruik wordt genomen.


Geert Bakker en zijn vrouw Akke Zijlstra wonen in het in 1932 door Marten van der Meer voor zijn ouders ontworpen huis aan de Spoardyk 50. Een bijzondere woning zowel van buiten al van binnen. Na ruim 85 jaar is het oorspronkelijke interieur nog zo goed als in tact. Het is een van de weinige huizen uit die tijd in de Friese Zuidwesthoek, die zowel van binnen als van buiten nog in oorspronkelijke staat is.


Bronnen:
www.allefriezen.nl
www.langsdeluts.nl
www.delpher.nl
www.dekrantvantoen.nl
www.bakkerworkum.nl
www.bakker-ijlst.nl
De Heidenskipster molen fan eartiids, Willem D. Hengst (2003)
Friso
Gesprekken met Geert Bakker (2015/2016)