 |
Medio november 2018 kreeg ik van een neef van de huidige eigenaar een vraag over de geschiedenis van zijn schip. Die vraag kwam via Han Mannaert, beheerder van het archief van de Kromhout motoren. De stoommachine, die origineel in het schip stond, was namelijk vervangen door een Kromhout motor. |
 |
 |
De huidige eigenaar weet weinig van het schip. Op dit moment ligt het schip in een loods in Exmorra, een dorpje onder de rook van Bolsward, en is de eigenaar druk doende het schip op te knappen. |
 |
 |
Gerard als pleziervaartuig onder renovatie (2018) |
 |
 |
Bekend was, dat het schip een lengte van 22 meter had, maar is ingekort tot 17 meter. Blijkbaar is het in Groningen gebouwd. Bij het verfkrabben kwam een meetnummer tevoorschijn, ingehakt in de zijkant van het schip. |
 |
 |
Dit meetnummer (of de ijk, het is niet het brandmerk) is de start van de ontrafeling van de geschiedenis van dit schip met verrassende resultaten. |
 |
 |
Het ingehakte meetnummer of de ijk: G1448N. |
 |
 |
Het schip begon zijn (of haar?) leven als de Gerard in oktober 1915. De eerste scheepsmeting G1448N is van 7 oktober 1915, net iets meer dan 103 jaar geleden. De G staat voor het districtskantoor Groningen van de Scheepsmetingsdienst, 1448 is het volgnummer sinds 1926 en de N staat voor Nederland.[i] Beroepsschepen werden gemeten om de veilige belading te bepalen. Het schip mocht beladen worden tot onderaan de ijk, een ingehakte rechthoek waarin het meetnummer staat ingehakt. |
 |
 |
De inschrijving in de ligger van Groningen: boven de linker pagina en onder de rechter pagina.[ii] |
 |
 |
De Gerard is een stoomboot met een 12 pk stoommachine, gebouwd in Groningen mvoor B. Faber. De werf is niet genoteerd helaas, maar daar kom ik op terug. |
 |
 |
Afmetingen zijn lang 21,46 meter, breed 3,79 meter met een laadvermogen van 36,066 ton. |
 |
 |
Het stoombeurtschip Gerard van Faber in Workum |
 |
 |
In 1915 is de stoomketel gekeurd door het Stoomwezen Friesland[iii]. Het is een éénvuurs Schotse stoomketel met een verwarmd oppervlak van 21 m2 met een stoomdruk van 8,24 kg/cm2 gebouwd door Botje Ensing & Co. te Groningen in 1915. Als eigenaar staat D. Faber uit Workum vermeld. Het schip wordt gebruikt voor een (beurt)dienst voor passagiers en goederen. |
 |
 |
Het schip was voor 1929 al bij het Kadaster ingeschreven omdat bij het aanbrengen van het nieuwe brandmerk, 125 B Leeuw 1929, genoteerd staat dat het oude brandmerk is verwijderd. Dat er een brandmerk was van voor 1927 betekent dat er op het schip toen een hypotheek rustte (zie verder). |
 |
 |
Volgens opgave van de Scheepsmetingsdienst is de eigenaar dus B. Faber uit Workum.. Zoekend in de burgerlijke stand gegevens geeft dat schippers noch stoombootkapiteins met die voorletter. Mogelijk heeft de scheepsmeter een B verstaan waar het een D moest zijn. |
 |
 |
Er is namelijk een Dirk Faber, oud 25 jaar, die op 28/1/1901 in Workum trouwt met Fokkelina Kroese. Dirk (1876) is stoombootkapitein, zijn vader Freerk (1850) is stoombootondernemer. Dirk blijkt eigenaar van nog meer schepen. In de oude kranten komen de gebroeders Faber voor als beurtvaartondernemers en Freerk jr. (1872) is de broer van Dirk. Dirk speelt ook een rol in de Bond van Friese Stoom- en Motorvaartbelangen. |
 |
 |
Leeuwarder Courant 14-02-1913 |
 |
 |
In de database met scheepsmetingen[iv] komen naast het beschreven schip de Gerard nog 4 schepen voor die eigendom zijn van Faber in Workum: |
 |
 |
Goede Verwachting (meting S509N), een motorschip van 16,88 meter, gebouwd in IJlst in 1904, verkocht in 1922. |
 |
 |
Goede Verwachting III (meting S636N), praamschip van 13,95 meter, gebouwd in IJlst in 1905. |
 |
 |
Johanna Jacoba (meting G1148N, brandmerk 72 B Sneek 1929), stoomschip van 17,86 meter, gebouwd in Groningen in 1909. |
 |
 |
Mintje (meting G1254N), schroefstoomschip 30 pk van 18,14 meter gebouwd in Groningen in 1911. |
 |
 |
De Fabers uit Workum zijn van oudsher betrokken bij de beurtvaart. Freerk Klaasz Faber (1823-1849) is bij zijn huwelijk in 1846 trekschipper net zoals zijn vader Klaas Douwes Faber (1792-1875) en een aantal van zijn ooms. Hij trouwt met Johanna Jacoba Pluylaar, wat alvast een scheepsnaam verklaart. Zijn zoon Freerk (1849-1934) is een van de eerste stoombootkapiteins van Friesland. Bij zijn huwelijk in 1872 met Mintje Eerdman (nog een scheepsnaam verklaard) staat hij te boek als schipper, maar wanneer zoon Dirk (1876-1955, vernoemd naar zijn opa van moeders kant) trouwt in 1901 is hij stoombootondernemer en Dirk is stoombootkapitein net zo als zijn broer Klaas (1889). Ondertussen is Freerk wel al een keer failliet gegaan in 1886 toen hij met een oudere stoomboot, ook Johanna Jacoba genaamd, voer. |
 |
 |
Hij krijgt 13 kinderen. Het zesde kind, een jongen genaamd Gerardus Sybrandus overlijdt 92 dagen oud. Mogelijk is het schip naar hem vernoemd of naar het twaalfde kind, ook een zoon, genaamd Gerardus Catharinus, die in 1912 op 21 jarige leeftijd overlijdt. |
 |
 |
Dirk vaart vracht en passagiers tussen Workum en Bolsward en melk naar de boterfabriek in Bolsward. De beurtvaart ondervindt concurrentie van de Nederlandsche Tramwegmaatschappij die sinds 1881 steeds meer stoomtramlijnen exploiteert in Friesland. Daarom schakelt Dirk in de jaren twintig van de twintigste eeuw over op wegvervoer met vrachtwagens op advies van zijn vader. |
 |
 |
Dat is waarschijnlijk ook de reden dat H. Westendorp het schip exploiteert. |
 |
 |
Op 17 mei 1919 adverteert H. Westendorp met beurtdiensten van voorheen F. Faber jr. dus dan is Faber waarsachijnlijk bezig de beurtvaartdienst af te stoten. |
 |
 |
Leeuwarder Courant 17/5/1919 |
 |
 |
Westendorp heeft begin jaren dertig vrachtautodiensten en naast de diensten met een vrachtboot. Faber is blijkbaar nog wel eigenaar van de Gerard want pas in 1923 biedt hij het schip te koop aan. |
 |
 |
Leeuwarder Courant van 17 april 1923 |
 |
 |
Volgens de wetgeving van 1927 wordt het schip in 1929 ingeschreven bij het Kadaster in Leeuwarden onder het genoemde nummer 125 B Leeuw 1929, waarbij 125 het volgnummer is, de B voor binnenvaart staat, Leeuw de afkorting is van het Kadasterkantoor in Leeuwarden en 1929 het jaar van inschrijving. |
 |
 |
Het aardige is, dat het brandmerk op 20 december 1929 aangebracht wordt (in het staal gehakt) op het achtervlak van de lichtkap van de machinekamer door scheepsmeter Johannes Faber van District Leeuwarden van de Scheepsmetings-dienst. |
 |
 |
Het Kadaster registreert alle veranderingen die het schip ondergaat en ook de veranderingen van eigenaar en de naamswijzigingen.[v] |
 |
 |
Bij de inschrijving bij het Kadaster op 14 december 1929 is Johannes van der Goot, stoombootondernemer uit Workum, eigenaar. |
 |
 |
Johannes van der Goot is geboren op 28 maart 1874 in Wymbritseradeel.[vi] Het is niet duidelijk uit de Kadastergegevens wanneer Van der Goot het schip heeft gekocht. Een indicatie zou kunnen zijn, dat Jouke Johannes Osinga op 11 februari 1926 een hypotheek van f 6000,- verstrekt, die in 1930 wordt afgelost. |
 |
 |
Echter ook hier biedt de krant meer informatie want in de Leeuwarder Courant van 10 mei 1924 adverteren Van der Goot en Hilarides met hun beurtdienst met de Gerard. |
 |
 |
Dat zelfde jaar (Leeuwarder Courant 20 december 1924) al wordt het schip geveild. Kocht Van der Goot het schip toen zelf zonder partner? |
 |
 |
Leeuwarder Courant van 10 mei 1924 |
 |
 |
Leeuwarder Courant 20 december 1924 |
 |
 |
Mogelijk gaat het financieel niet zo goed, zodat er twee jaar later, in 1926, een hypotheek genomen moet worden zoals hiervoor vermeld.[vii] |
 |
 |
Het schip staat bij het Kadaster beschreven als een stalen schroefstoomschip met een dek, een mast, een laadruim, voor- en achterkajuit, voortbewogen door stoomvermogen met lage druk met condensatie stoommachine van nominaal 12 PK fabrikaat Botje Ensing en Co. Groningen. |
 |
 |
Waarschijnlijk is dit ook de werf, maar Botje Ensing bouwde veel stoommachines voor andere werven. |
 |
 |
In de advertentie uit december 1924 (veiling van het schip) staat als werf Bolte in Sappemeer. Werf Bolte heeft niet bestaan dus waarschijnlijk is dat een verschrijving en is het schip inderdaad door Botje Ensing gebouwd. |
 |
 |
Botje Ensing en Co. begint in 1878 aan het Hoendiep ZZ 10, later de Eendrachtskade ZZ op voorheen de werf van Barkmeijer. In 1906 gaat de werf Scheepswerf en Machinefabriek v/h Botje, Ensing & Co heten. In 1954 wordt er aan het Reitdiep/Friesestraatweg 79 een tweede werf, de voormalige werf van de Gebroeders Van Diepen, geopend. In 1964 komt het bedrijf in financiële problemen, die het niet meer te boven komt. Januari 1966 valt het doek voor beide werven. Men heeft voornamelijk stoom- en motorschepen gebouwd. |
 |
 |
Van der Goot adverteert regelmatig dat hij naar boelgoederen (veilingen van inboedels) vaart zoals in deze advertentie uit de Leeuwarder Courant van 23 oktober 1926. |
 |
 |
Op 2 januari 1930 wordt het schip eigendom van Jouke Johannes Osinga, veehouder in Oudega het schip, die de curator daar f 4000,- voor betaalt.[viii] Dat komt waarschijnlijk omdat Van der Goot failliet gaat (zie advertentie uit de Leeuwarder Courant van 3 april 1930) en Osinga als hypotheekverstrekker het schip overneemt. |
 |
 |
Leeuwarder Courant van 3 april 1930 |
 |
 |
Op 11 augustus 1930 wordt Wybe Elzinga, melkvaarder uit Oudega eigenaar en op 27 oktober 1930 Harmen Opperwal mede-eigenaar. De prijs van het schip is inmiddels gedaald naar f 2500,-. Zij vervangen de stoommachine door een Kromhout motor van 50 PK. Nadere gegevens ontbreken. Dat gebeurt mogelijk eind 1930 of zelfs in 1932 (zie hierna). |
 |
 |
Taede Elzinga (1869-1937) wordt op 9 mei 1931 eigenaar van het schip. Hij is brandstoffenhandelaar in Oudega en verhuist later naar Bolsward.[ix] |
 |
 |
Het schip wordt op 23/9/1932 hermeten, zie meting L2432N (Leeuwarden, meting nummer 2432 met de N van Nederland). De afmetingen zijn lengte 21,40 meter, breedte 3,79 meter, inzinking 1,43 meter en een waterverplaatsing van 39,216 ton. De toename in het tonnage is het gevolg van de vervanging van de stoommachine door de Kromhout motor, die alhoewel niet te vergelijken met de huidige motoren toch lichter en kleiner is dan een stoommachine met de bunkers. |
 |
 |
De registratie van de meting in de ligger Leeuwarden no. 2: boven de linker pagina, onder de rechter pagina.[x] |
 |
 |
Op 5 januari 1937 erft Wijbe Elzinga (1896-1953), motorbootondernemer en zoon van Taede, uit Workum het schip. Bij zijn huwelijk met Antje Wiersma in 1921 is hij nog melkvaarder, net als zijn opa naar wie hij vernoemd is. |
 |
 |
Zijn drie zwagers, Antoon, Willen en Jan Wiersma verstrekken hem een hypotheek van f 700,- op het schip. Uit de advertentie (Friesch Dagblad 23/11/1936) blijkt dat het schip nog steeds Gerard heet. |
 |
 |
Friesch Dagblad 23/11/1936 |
 |
 |
Motorbeurtschip de Gerard, collectie Taede Elzinga |
 |
 |
Wijbe of Wiebe Elzinga gaat in 1943 samenwerken met Hermanus Douma uit Workum. In 1945 beginnen ze een autodienst en in 1947 gaan ze samenwerken met Ynse de Boer en Wiebe Koopmans in de v.o.f. Beurt en Autodienst Workum. |
 |
 |
Wat er met het schip gebeurt nadat Wijbe Elzinga in 1953 is overleden is niet duidelijk. |
 |
 |
Het Kadaster geeft aan, dat het schip pas in 1983 weer van eigenaar wisselt. Als eigenaar staat per 31/5/1983 Uilke Westerdijk uit Britsum, geboren op 21/11/1925, geregistreerd. Het schip wordt verbouwd tot plezierboot, voorzien van een machinekamer met zonnedek, stuurhut, salon, slaapkamer met in het voorstuk een W.C. en bergruimte. Het wordt dan ook ingekort tot ongeveer 17 meter, maar omdat het geen beroepsvaartuig meer is, wordt het niet hermeten. |
 |
 |
Momenteel staat er een Kromhout motor in het schip type 4T-117, motor nummer 13860. Deze motor komt uit een vrachtauto van Fa. J. v.d. Ploeg uit Grijpskerk. |
 |
 |
Met dank aan |
 |
 |
Anneke Hoogterp (Wurkgroep Oer de Gaastmar) |
 |
 |
Gerrit Twijnstra (Oudheidkundige Vereniging Warkums Erfskip) |
 |
 |
Han Mannaert (Kromhout archief) |
 |
 |
Hans Faber (Stichting Geslachten Faber) |
 |
 |
Hans Zijlstra (Historische Vereniging Noordoost Friesland) |
 |
 |
Literatuur |
 |
 |
Buursma, Albert en Wim Mollema (1993) Met beurtschippers en boderijders door Friesland, Uitgeverij Profiel, Bedum |
 |
 |
Wurkgroep Oer de Gaastmar (2018) 200 jaar beurtvaart Gaastmeer, uitgave ter gelegenheid van de iepen dei 30 juni 2018 |
 |
 |
Bijlage: chronologie van de Gerard |
 |
 |
Noten |
 |
 |
[i] De scheepsmetingen zijn genoteerd in zogenaamde liggers, folio boeken, die elk districtskantoor van de Scheepsmetingsdienst bijhield. Die boeken staan in het Maritiem Museum Rotterdam en zijn digitaal in te zien in een database te vinden via http://www.lvbhb.org/LSD/ZoekInLiggers_01.php. |
 |
 |
[ii] Maritiem Museum Rotterdam inventaris no. H1946_090 |
 |
 |
[iii] nummer 277, zie ir. M.J. Bottema (1984) Nederlandse Stoomboten 1856-1925 deel IV no.11292 |
 |
 |
[v] De datums van het Kadaster zijn de datums waarop het Kadaster van de mutatie op de hoogte is gesteld, dat kan soms verschillen van het werkelijke tijdstip van de verandering. |
 |
 |
[vi] Tresoar archief 30-44, registratie nr. 1041aktenummer 115, burgerlijke stand gegevens zijn op te zoeken via www.wiewaswie.nl en voor Friesland via allefriezen.nl
|
 |
 |
[vii] Hier speelt de overgang naar de nieuwe wetgeving voor inschrijving bij het Kadaster een rol. Het schip is voor 1929 ingeschreven bij het Kadaster omdat er een hypotheek op rust. In 1929 wordt het schip opnieuw ingeschreven bij het Kadaster en rust er de genoemde hypotheek sinds 1926 op. Kadastergegevens van voor 1926 zijn niet beschikbaar vooralsnog. |
 |
 |
[viii] Zie de publicatie 200 jaar beurtvaart Gaastmeer uit 2018. |
 |
 |
[ix] Zie ook zijn huwelijksakte: huwelijksregister 1893, archiefnummer 30-44, Burgerlijke Stand Wymbritseradeel - Tresoar, inventarisnummer 2037, aktenummer 068. |
 |
 |
[x] Maritiem Museum Rotterdam inventaris no. H1969_072 |
 |
 |
In 2018 stond de Gerard op het affiche van |
 |
 |
200 Jaar Beurtvaart Gaastmeer |
 |
|