 |
Uilke Sytzes Nauta |
 |
 |
geb. 27- dec. 1821 in Woudsend |
 |
 |
Voorvader,van de Nautas, de Reyengas, Haringas, Zoethouts, Van der Zees, en anderen |
 |
 |
Uilke Sytzes Nauta, 26 jaar koopman/opkoper, woont en werkt in het palinghalersdorp Woudsend, met altijd stromend water om de paling te kunnen opslaan in houten kaaren of beunen. |
 |
 |
Uilke, is de zoon van Sytze Lolles Nauta en Klaaske Uilkes van der Kooi, boer/koopman te Woudsend. |
 |
 |
Uilke huwt (1) op 13 mei 1848 te Woudsend, met Maria Kornelis de Koe, 24 jaar d.v. Kornelis Martens de Koe, boer,( overleden), en Sipkjen Foekes Smidt, boerinne te Woudsend. |
 |
 |
Uilke en Maria, krijgen vier kinderen te Woudsend, in 1849 Klaaske; 1851 Cornelis; 1853 Sytse; 1855 Hylke. |
 |
 |
Moeder Maria overlijdt in jan. 1859, Uilke is van 1848-1854 koopman/opkoper en 1855-1859 arbeider op de binnenvloot te Woudsend. |
 |
 |
Hij huwt (2e) in 1862 met de weduwe Hendrikje Douwes Bies, te Woudsend, is dan nog steeds arbeider binnenvloot/Palinghaler, zij krijgen samen nog twee kinderen te Heeg, in 1861 Trijntje en 1863 Douwe, vader Uilke is dan schipper in Heeg, op een palinghaler, en dat blijft hij tot zijn overlijden op 08 dec. 1874, in Heeg, 53 jaar oud. |
 |
 |
Zijn 4 zonen, Cornelis; Sytse; Hylke, maar ook de jongste Douwe, blijven in het vak, sommige net als hun vader op de binnenvloot van Palinghalers, maar enkele ook op de aken. |
 |
 |
De zonen van UIlke Sytzes Nauta: |
 |
 |
Cornelis Uilkes, geb.1851 te Woudsend, is schippersknecht te Heeg, 26 jaar bij huwelijk in 1877 te Heeg ,met Rinske Feikes de Vries geb. te Heeg; ze krijgen de volgende kinderen in Heeg: 1878 Feike; 1879 Hendrika; 1881 Anna; vader Uilke is dan nog schippersknecht/bèstfeint mogelijk op een aak, te Heeg, want de twee laatsten worden in nov. en dec. geboren ,vader is in alle drie gevallen thuis, (in de wintermaanden wordt er nauwelijks gevaren); 1884 Feike in Oosthem; vader is daar brugwachter, blijft aan de wal, dan Workum 1886 Dirk; 1888 Sytze; 1891 Hylke; 1895 Maria; vader is dan brugwachter te Workum. |
 |
 |
Sytse Uilkes, 1853 Woudsend,28 jaar schippersknecht te Heeg, huwt 1881 te Heeg met Idske Ulbes Bergsma 33 jaar, dit echtpaar blijft kinderloos, er zijn dan ook geen aktes met gegevens over het beroep. |
 |
 |
Hylke Uilkes , 1855 Woudsend, 23 jaar schippersknecht te Workum, en Romkje Drost, trouwen in mei 1879 in Workum, krijgen daar tussen 1880 en 1895 zeven kinderen, waarvan er drie binnen de 2 jaar overlijden: Marijke 1881; Jan 1884; Uilke 1887 en Yes 1889, blijven in leven, vader wordt schippersknecht/Bèstfeint genoemd, vader is bij de bevallingen van 1886, 1887, 1889 en 1893 afwezig, wegens zijn werkzaamheden, is op zeereis, vaart dus minstens vanaf 1886 op een aak van Workum, waarschijnlijk al op de Stad Workum van Rintje Jans Visser, reder/burgermeester. |
 |
 |
Douwe Uilkes, 1863 in Heeg, 28 jaar, schipper te Heeg, trouwt in 1892 met Jitske Harings van der Zee, uit Heeg, haar vader was arbeider binnenvloot te Heeg, Douwe Uilkes, was geen aakschipper, mogelijk nog actief als palinghaler, maar kan ook al skûtsjeskipper zijn geweest, de aaktijd was voorbij. Zij krijgen 9 kinderen te Heeg, waarvan twee jong overlijden. Douwes, oudste zoon Haring, is in 1916, 23 jaar oud bij zijn huwelijk, ook schippersknecht te Heeg; dit stel krijgt 9 kinderen, 2 jongens en 7 dochters ; hun tweede zoon Uilke, overlijdt in 1918 in de gemeente Oostellingwerf, ongehuwd, ongetwijfeld schippersknecht in de turfvaart, de akte is nog niet vrijgegeven, de Spaanse griep was toen doodsoorzaak met stip, vooral onder de jongeren. |
 |
 |
In 1893 duikt de éérder genoemde Hylke Uilkes Nauta op, in een Off. Stuk, n.a.v. een gebeurtenis, nee eerder een tragedie, dat zich afspeelt op die eerder genoemde aak de Stad Workum, onder Schipper/Kapitein Roelof Rinzes Feenstra, geboren in Eernewoude, afkomstig van Gaastmeer, maar woont in Workum, Roelof is als enige van de 10 kinderen van Rinze Baukes Veenstra en Gelske Piebes de Jong, in de burgerlijke stand van Tietjerkstradeel, ingeschreven als Feenstra, met een F dus , en niet als Veenstra zoals de rest van die familie. In de boekhouding van Workum, komt hij dan ook onder de naam Roelof Feenstra voor, net als de andere Feenstras die op de Workumer/Gaastmeerder aken varen, ( verre neven van Roelof), maar die wel als Feenstra zijn ingeschreven (1811). |
 |
 |
Omdat dit stukje, over de Nautas van Heeg gaat, moet ik voor de duidelijkheid, de kinderen van dit Veenstra gezin wel noemen, omdat we die binnen de Nautas weer tegenkomen, in het heden. Het gezin moet hebben bestaan uit elf kinderen, waarvan er 10 op naam gevonden en bekend zijn, 6 meiden en vier jongens, deze jongens zijn: Roelof 1838; Hendrik 1843; Bauke 1846 en Piebe 1849. De eerste drie hebben op aken gevaren, de laatste was net als zijn vader binnenvisser, eerst te Gaastmeer later te Oudega H.O. Het elfde kind zal zijn geweest Harmen Harmens Toering, zoon van Gelske uit haar 1e huwelijk, dat slechts een half jaar duurde, Harmen haar man, was visser te Eernewoude, en verdronk tijdens zijn werk. Haar zoon kreeg de naam van zijn vader bij de geboorte, (toen al halfwees), dus vandaar Harmen Harmens Toering, de grote broer van de andere 10 kinderen, en later een befaamd schipper o.a op de aak Maria van Workum, na 1907 Heeg. |
 |
 |
Bauke Rinzes Veenstra en Lipkje Tjeerds Nijdam, schipper, zijn de voorouders van alle Veenstras in Heeg; en de eraan getrouwde zijtakken, zoals ook mijn persoon via mijn moeder Tietsje Tjeerds Veenstra , maar ook de kinderen van Anne Homans en Jetse de Boer van de Helling en vele anderen. Piebe Rinzes Veenstra en Jantje de Jong, binnenvisser,wonen in de Gemeente H.O. omgeving Oudega H.O., hun kleinzoon, ook een Piebe Rinzes Veenstra, laborant,huwt met Anna Hoogland, te Nijega H.O., dit echtpaar komt door een zuivelfusie in 1962, enkele jaren later in Heeg te wonen aan de toen, pas nieuw aangelegde Hollingerstritte, met uitzicht op de oude IJsbaan, samen met hun vijf dochters, de oudste Wypkje, trouwt met Thomas Hylkes Boersma, Ydskje (Itty) trouwt met Haring (Harry) Douwes Nauta, z.v. Douwe Harings Nauta en Antje Gerkes Haringa, en een van de jongsten, Jantje (Janny) trouwt met Klaas Bottes de Jong, alle drie mannen uit Heeg. |
 |
 |
Anita Harrys Nauta (de Piebe lijn) trouwt 1991 met mijn zoon Eeuwke Feites Terpstra (uit de Bauke lijn) dus nicht en neef van elkaar in de 4e graad. Via deze Hylke Uilkes Nauta, komen we de volgende keer bij de gebeurtenis, zoals boven al is aangegeven: |
 |
 |
De laatste aakreis van Roelof Rinzes Veenstra |
 |
 |
Schipper op de Palingaak de Stad Workum van Rintje Jans Visser, Workum. |
 |
Roelof Rinzes Feenstra Antje Piers Westerhuis
*Eernewoude 1839 - + Noordzee 1893 *Wartena 1837 - +Workum 1923
 |
Roelof Rinzes Feenstra, geb. 1838 te Eernewoude zoon van Rinse Roelofs Veenstra, binnenvisser, en Gelske Piebes de Jong, ook geb. te Eernewoude, zij hebben samen tien kinderen, Grietje, Sytske, Jeltje, Roelof, Akke, Hendrik, Bauke onze overgrootvader, Piebe, Antje en Hiltje, later trouwt zij met Berend Jans Hof, schipper te Gaastmeer, hun zoon is Rinze Berends, daarover straks verder! Roelof, Hendrik en Bauke, hebben op de aken gevaren, Piebe was visser te Gaastmeer en Oudega H.O. |
 |
 |
Roelof komt rond het 6de jaar bij zijn vader op de visboot, daar leert hij het vissen en het zeilen, en de kennis over paling, wordt rond het 12de jaar schippersknecht op een Palinghaler, komt zo ook in Wartena, huwt op 11 mei 1864 daar in Wartena met Antje Piers Westerhuis. Roelof is dan inmiddels al van de palinghalers af en werkzaam als Bèstfeint/stuurman op de aken van Gaastmeer, waar ook zijn ouders vanuit Akkrum naartoe zijn verhuisd, vader is daar ook weer binnenvisser. |
 |
 |
Ze krijgen 6 kinderen, 4 meiden en 2 jongens; de 1e drie worden in Gaastmeer geboren, |
 |
 |
1865 Wypkje en 1867 Gelske; vader bij deze twee bevallingen afwezig, op reis naar Londen! In dec.1868 is vader thuis, en doet zelf de aangifte, het is dan winter! |
 |
 |
Dan verhuist Roelof naar Workum, job hopping, verhuurt zich aan Visser Workum als a.s. Schipper, en daar worden in 1871 Rinze; 1875 Antje en in 1878 Pier geboren, vader wordt in 1871 als Zeevarende vermeld, en 2 maal als Schipper, bij alle bevallingen is vader afwezig op zeereis. En dat klopt mooi met de boekhouding van reder Rintje Visser. |
 |
 |
aken in de Theems |
 |
 |
Eind 1871 gaat Rintje Visser, van vier naar vijf Londen-aken, door nieuwbouw van de aak London, met schipper Harmen Harmens Toering, rond 1881 omgedoopt tot de Maria! naar de 2e vrouw van Rintje Visser, in 1881 hertrouwt hij met Maria Hendrika Zandstra. |
 |
 |
Roelof is voor die 5e aak al ingehuurd, zo wordt hij in begin 1872 schipper op de oudere aak de Stad Workum, door opschuiving van de beste schipper naar de nieuwste aak. In de boekhouding wordt hij de Nieuwe Schipper genoemd, wanneer hij op 10 april 1872 voor het éérst zelf als Schipper Workum uitvaart, naar Londen, hij vervoert dan 12916 pond paling met een waarde van fl 2057,99 die hij daar verkoopt voor fl 3427,60; op 4 mei is hij al weer terug in Workum, met een netto besomming van fl 1369,61. Het is een snelle reis van slechts 24 dagen!! Normaal is tussen 4 en 6 weken. En zo varen deze halfbroers en collegas tot 1893 hun maandelijkse tochtjes naar Lonen, visa-versa. |
 |
 |
Rond 23 febr. 1893 zeilt Roelof met de Stad Workum, ook Klaveraak genoemd, geladen met winterpaling, al heel vroeg in het jaar, Workum uit, naar Londen: maar niet met zijn normale bemanning van drie man, er is een vierde man in opleiding toegevoegd, n.l Marten Ulbes van der Bank van Warns. Naast Roelof, en de leerling Marten, blijkt zijn bemanning te bestaan uit de oud aakschipper Doekle Reins van t Veer, nu als Bèstfeint/stuurman en de ervaren kok/matroos Hylke Uilkes Nauta, geb. te Heeg, die woont te Workum, zie vorige Sylboade. Maar deze vierde man, en onervaren, ontwricht de teamkracht, (in ons onderzoek zijn we dit vaker tegen gekomen met het zelfde resultaat). Rinze Berends Hof, zie boven, heeft een generatie later tussen 1907 en 1910 ook als kok/matroos gevaren en wel op het zusterschip de Maria, toen voor Lankhorst varend, onder de legendarische schipper, Hotze Baukes de Jong van Workum. Deze Rinze Hof, vertelt dit gebeuren van 1893, in het boekje Heil om Seil van Hylke Speerstra, 1979, hoofdstuk, Bolle Kloaten , hoe het één en ander is gebeurd, en dat hij tijdens stormweer vaak aan zijn Omke Roel, moest denken. Een must om te lezen! Wie het niet heeft of te pakken kan krijgen kan het even van me lenen! t Is frysk op syn Hylkes! |
 |
 |
Zo zeilen ze rond 23 febr.1893 Workum uit, richting den Helder en de Noordzee, en op zondag 26 febr. wordt de Oostkust van Engeland genaderd, waarop er aan landverkenning moet worden gedaan, net als het loden van de waterdiepte, een heel normaal werkje aan boord, maar nu met vier man, plotseling problematisch, zo blijkt, wie gaat het want in, voor dit verkennen, naar de top van de mast, ja wie? Tegen de normale gewoonte in, besluit de Schipper dit dan maar zelf te doen, zijn positie op dat moment, ongeveer zeven mijl uit de Engelse kust, hij gaat aan lijzijde de mast in, bovengekomen trapt hij zijn laatste touwtrede stuk, verliest zijn houwvast en kukkelt naar beneden, niet op het dek, maar in zee, en dat in februari, ijskoud water, vervolgens moet er actie ondernomen worden om de schipper weer aan boord te krijgen, direct terug en alle touwen te water! Het laatste gebeurde wel, maar men vergat het schip op tijd te keren! Hier stokte de machine, er werd niet automatisch gehandeld, met het resultaat dat de schipper nog even de hand opsteekt en voorgoed verdwijnt. In Workum staat dit voorval te lezen op de grafsteen van Antje Piers Westerhuis, om hem te gedenken. Hoe weten we de oorzaak? Wel , door Rinze Berends Hofs verhaal over zijn Omke Roel, en uit het formele Overlijdenscertificaat van de Ned. Consul in Londen, die dit certificaat verstuurde naar de Marine Autoriteiten in Den Haag, en vervolgens doorstuurt naar t Stadhuis Workum afd. Burgerlijkenstand, voor inschrijving in het Overlijdensregister van de Stad Workum, ontvangen te Workum op 15 mrt. 1893: |
 |
 |
Op heden den vijftienden Maart achtienhonderd en drie en negentig van de Minister van Marine ontvangen een akte van overlijden, luidende als volgt: Op maandag den zeven en twintigsten Februari 1800 en drie en negentig, des voormiddags ten twee uren,-------- compareerden voor mij: Doekle Reins van t Veer, 56 jaar, gedomicilieerd te Workum,--- nu Schipper aan boord van het Nederlandsch te Workum tehuis behorend bunschip------- genaamd Stad Workum, de personen van Hielke Uilkes Nauta oud 37 jaar, wonende te Workum, thans stuurman en Marten Ulbes van der Bank oud 24 jaar wonende teWarns, thans kok- matroos, welke ons verklaarden dat den zes en twintigsten Februari des ----avonds ten vijf ure, zeilende in de Noordzee, op ongeveer zeven mijl nabij de Engelse---- kust, is overboord gevallen de persoon van Roelof Veenstra, oud 54 jaar, wonende te --Workum, tot dien tijd Schipper aan boord van genoemd schip. Van al hetgeen ik krach- tens Art. 60 Burg. Wetboek, deze acte heb opgemaakt in tegenwoordigheid van genoem- de comparanten en na gedane voorlezing, met hen heb getekend. W(as) g(etekend):---- H. Nauta, M. v. d. Bank, en D.R. van t Veer. ------------------------------------------------- Vooreensluidend afschrift, Londen, den 7 Maart 1893. De Consul der Nederlanden, is get. H.S.J. Maas. Gezien voor legalisatie der handtekening van den Heer H.S.J. Maas,--------- sGravenhage, den 10 Maart 1893. Voor den Minister van Buitenlandsche Zaken.---------- De Secretaris Generaal (get.) G. Zilcken ------------------------------------------------------ |
 |
 |
Waarvan wij, (Burgerlijke Stand Workum) overeenkomstig artikel zestig van het --------Burgerlijk Wetboek, deze inschrijving alhier hebben gedaan, onder goedkeuring van de doorhaling (in de voorgedrukte tekst van de overlijdensakte) van acht en twintig -------- gedrukte woorden in deze akte, Workum (get). R.J. Visser. -------------------------------- |
 |
 |
De Reder van Ielkantoar Workum, was toen Rintje Jans Visser, en die was tevens de Burgemeester van Workum. Na twee generaties van 1844-1897, één van de rijkste families van Workum geworden. Het betrof hier dus zijn eigen Aak en bemanning! Ook hier zien we weer, dat Geld en Macht, vrijwel altijd samen gaan. |
 |
 |
Wat in dit Certificaat verder opvalt is: dat alle drie bemanningsleden in rang worden doorgeschoven, weer naar normaal, en zo met zijn drieën de terugreis, rond april 1893, richting Workum hebben aanvaard. Marten Ulbes van der Bank van Warns, huwt 10 okt. 1912 te Warns/Koudum met Lysbeth Taekes Mulder, vader Taeke was oud aakschipper te Gaastmeer. Marten heeft de zelfde voorouders als Piet en Cees van der Bank in Heeg en mijn persoon, n.l. Sybren Jans v/d Bank, okt. 1784 geh. met Grietje Joh. Mulder te Hemelum. H.O. Een neef van Doekle Reins, Anne Hisses van t Veer, ook bemanningslid op een aak, trouwt in 1885 met Allegonda Elizabeth Gerrits Boomsma, een zus van de Hegemer aakschipper Eeuwke Gerrits Boomsma, kinderen van Gerrit Pieters Boomsma en Jetske Johannes van der Bank, half broer en zus, van Pieter Jetskes van der Bank, later koopman/boer en financier in Heeg, de grootvader van Pieter en Cees van der Bank; Eeuwke Gerrits Boomsma, is mijn overgrootvader, en de vader van de bekende Akke Bot Boomsma, overl. in 2003, mijn oudtante, út de Bûterhoeke fan Heeg. |
 |
|