Heb je de machine ook hooren puffen?

Merk 4
8711 CL Workum
tel. 0515 - 54 12 31











Heb je de machine ook hooren puffen?

Bolswardsche Courant, donderdag 6 October 1904
Voor het Kantongerecht.
Zitting van Vrijdag 30 Sept. 1904


In deze zitting werden behandeld de navolgende strafzaken:....

9. Het is een algemeen bekend feit, dat motorfietsen en automobielen het slecht kunnen vinden met bestuurders van rijtuigen, vooral met boeren. De oorzaak ligt hoofdzakelijk hierin, zij denken, dat de paarden verschrikkelijk bang zijn voor die tuf-tufs, maar in werkelijkheid zijn het voornamelijk de boeren, die bang zijn. Hierin komt mettertijd wel verandering, de rijwielen hebben dien tijd ook doorleefd, maar tot nog toe veroorzaakt die bangheid nog wel eens last.

Voor dergelijk feit stond terecht D. de B. te Rauwerd. Den 14 Juli ontmoette hij te Parrega Y. Haagsma van Workum. Maar wij geven de B. het woord.

Ik kwam van Workum rijden, zoo begon hij, en toen ik voor Parrega H. ontmoette. Ik wenkte, ten teeken dat alles in orde was, ik had uitgeschakeld, ook H. wenkte, maar stapte tegelijkertijd uit het rijtuig. Toen ik hem voorbij reed zei ik zoo: nou boer, jou binne ook banger dan het paard, waarop hij mij een reeks scheldwoorden nazond.

Ja bekl. gij hadt moeten stoppen. In je vergunning om met een motorrijwiel te rijden staat, dat gij verplicht zijt bij het tegenkomen van een rijtuig uw snelheid te verminderen en wanneer het paard nog onrustig wordt, te stoppen.

Ik heb gestopt, mijnheer, wanneer wij uitschakelen, stoppen wij, om H. dat te bewijzen, verzoek ik U deze even te lezen; hierbij reikte beklaagde een paar brieven over.

Get. Y. Haagsma van Workum verklaarde dat de B. de hand had opgestoken, dat hij zelf eveneens zoo gedaan had en uitgestegen was. De B. vloog ons toen in volle vaart voorbij.

Heb je dat eigenaardige gepuf ook gehoord Haagsma?

Né mijnheer, want ik had mijn aandacht geheel bij het paard, dat is zoo bang voor die dingen, maar nu was het mak.

Bekl.: Dat trof, dat het zoo mak was, en anders zoo wild.

Thans werd getuige T. Hoekstra, knecht bij Haagsma, voorgeroepen.

Ben jij Doopsgezind Hoekstra?

Ja mijnheer.

Haagsma: Ei, né je, da’s niet waar.

Hoekstra: Né mijnheer, né mijnheer.

Nadat Hoekstra de gebruikelijke eed had afgelegd, verklaarde hij, dat de B. hem in volle vaart voorbij was gereden.

Heb je de machine ook hooren puffen Hoekstra?

Neen, mijnheer, zij pufte niet.

Heb je tegen deze verklaringen ook iets in te brengen beklaagde?

Ja mijnheer. Zij beiden verklaren, dat ik in vliegende vaart hen voorbij ben gereden, en Haagsma zelf weet wel, dat wij hebben gesproken. U begrijpt dus ook wel, dat ik dan zoo hard niet gereden kan hebben.

De eisch luidt f 10 of 7 dagen hechtenis.

Nog iets , beklaagde?

Mijnheer, moet ik over 14 dagen zelf komen of mag ik de A. N. W. B. er voor spannen?

Jij moogt komen en ook wegblijven.

(Als opheldering diene hier, dat waar de B. de Algemeene Nederlandsche Wielrijders Bond er voor spant, hij de rechtsgeleerde commissie van dien bond, bestaande uit 17 advocaten en rechters met een voorzitter, met de zaak in kennis stelt. Deze adviseert dan of de zaak moet worden doorgezet of niet. Besluit die tot het eerste, dan wordt de B. een dier heeren als verdediger toegevoegd.)

D. de B. te Rauwerd
Dit is Douwe Sjirks de Boer van Raerd (Rauwerd). Op 22 januari 1906 krijgt hij het Friese nummerbewijs B-33. Douwe is verwer te Rauwerd (1886) en op 15 juli 1860 geboren te Koudum. Zijn vader was o.a. kastelein te Hindeloopen.

Y. Haagsma van Workum
Ynze Siebes Haagsma woont op de grote boerderij aan de latere Aldewei.



Joedtodei.

’n Stofbril for, chauffeurspet op,
’t Sigaretsje yn syn kop.

’t Wyf mei poeier op hjar snut,
Siebe soepenbry giet ut

Yn de auto, mei syn Niene,
Kouwestront, odeur, benzine,

Stjonkt, en stouwt lans heel de wei
Elts sjocht jhar grammietig nei
              
                                     Yke Nauta, 1924