Waar is de bodebus ?
|
Minte de Jong
|
zilveren bodebus
|
De bodebus was in vroeger tijden een onderscheidingsteken, dat gedragen werd door boden in dienst van bestuurslichamen, zoals bijvoorbeeld gemeentebesturen, gerechten en waterschappen. De geschiedenis van de naam bodebus gaat terug tot in de middeleeuwen. Boden, die geschreven berichten moesten overbrengen, droegen deze in een palmhouten of koperen bus aan de gordel. Vanaf de vijftiende eeuw werd aan de bodebus een schildje toegevoegd met het wapen van de instantie, die de bode vertegenwoordigde. De drager van de bodebus kon veelal gratis gebruik maken van het toenmalige openbaar vervoer, zoals trekschuit, veerpont of diligence. Later raakte de bus in onbruik, het schildje met het wapen bleef en groeide uit tot een ambtsteken. De naam bodebus bleef. Van de bussen is er naar mijn weten geen enkele bewaard gebleven. Het ambtsteken tref je nog wel veel aan; in musea, maar er zijn ook nog bodes die het teken dragen.
Workum had ook een bodebus. U leest het goed: had. Sedert enige tijd is de bodebus zoek !!. De zilveren bodebus dateert uit 1769 en is gemaakt door de Workumer zilversmid Karst Ros II. Zijn vader, Karst Karsten Ros I, was ook zilversmid. Hij was vermoedelijk afkomstig uit Harlingen en werd op 28 juli 1710 beëdigd tot burger van Workum. Karst Ros II werd geboren in 1712 en trouwde in 1737 met Rinkje Nikerk. Hij maakte van 1746 tot 1772 deel uit van de stadsregering van Workum. In die tijd was hij vijf keer burgemeester. In 1739 was Karst Ros ook al eens vroedsman geweest. Tijdens de stemming voor een nieuwe vroedsman kreeg Sijbren Osinga de meeste stemmen, maar toch werd Karst Ros benoemt "omdat deselve Sybren Osinga niet begoedigt was met een huijs ter waarde van vijf hondert Caroli guldens". Sybren Osinga ging hierover in beklag. Het beklag werd gegrond verklaard zodat hij alsnog tot vroedsman werd benoemd. Karts Ros werd door "Zijne Hoogheyt de Heere Prince d'Orange" ontheven van zijn eed. In het boekwerk "De stêd Warkum", geschreven onder redactie van G. Bakker, staat dat Karst Ros II tot 1774 burgemeester was. Dat kan niet waar zijn, want volgens de registers waarin het beluiden der doden werd bijgehouden werd op "26 October 1772 Burgemeester K. Ros met een (graf) opening in de (St. Gertrudis) kerk (à) 3-10 (3 gulden en 10 stuivers)" beluid *). Karst Ros III, waarschijnlijk een zoon van Karst Ros II, was ook zilversmid. Het Martena Museum in Franeker heeft een aan Karst Ros III toegeschreven, en uit 1786 daterende, zilveren geboortelepel van Jelle Banga. Jelle Banga (1786-1877) was verloskundige en burgemeester van Franeker. Hij zorgde er voor dat in 1850 de oude universiteitsgebouwen werden omgebouwd tot psychiatrische inrichting.
De gemeentebode was vroeger belast met het, namens de Magistraat (het college van burgemeesters), overbrengen van berichten en bootschappen. Een soort postbode dus. Hij zal ongetwijfeld ook berichten naar de Staten van Friesland hebben overgebracht. Bekend is dat stadsbode Hendrik Hugon samen met de koster van de gereformeerde kerk Sybolt Simkes de beroepingsbrief voor dominee Petrus Hoekema naar Oldeboorn heeft gebracht. Dat was in 1772.
|
Bovenaan de bodebus zien we Vrouwe Justitia. Dit betekent waarschijnlijk dat de bode ook een functie had bij rechtszittingen van het Nedergerecht. In mijn artikel over de gemeenteraad van Workum in vroeger tijden van enkele weken geleden heb ik ook over het Nedergerecht geschreven. Overigens, op de bodebus van Sloten komt Vrouwe Justitia ook voor. Onderaan de bodebus is het stadswapen van Workum afgebeeld. Boven het wapen zien we een kroon. Tegenwoordig is dat ook nog zo. Ook op zegels uit de 15de eeuw zien we dat het stadswapen gedekt is met een kroon. Opvallend is echter, dat op oude afbeeldingen van het stadswapen op de Waag en op het zogenaamde Friezenhuisje naast het stadhuis, tussen het wapen en de kroon nog een middeleeuwse ridderhelm met vizier is afgebeeld. Boven de kroon steekt een zogenaamd helmteken uit (in de vorm van een lelie). Interessant is, dat in Friesland op vrijwel alle grafzerken met een familiewapen, de ridderhelm met helmteken voorkomt.
De unieke en kostbare bodebus van Workum is zoek. Er zijn meer oude waardevolle voorwerpen in het stadhuis. Ook voorwerpen van de voormalige gemeenten van Nijefurd. Ik ben bang, dat bij de komende omvormingen naar de nieuwe gemeente Súdwest Fryslân deze ook in het ongerede zouden kunnen geraken Dat zou eeuwig zonde zijn.
*) De tarieven voor het beluiden in die tijd waren: stadsarmen gratis, brijeter 0-10, slingerdode 0-15, volwassene (olde dood) 1-10; naluiden 1-10 extra, met opening 2 extra. Een volwassene dode met naluiden en een grafopening in de kerk kostte dus 5. Niet alleen de gereformeerde, maar iedere dode werd beluid.
Minte de Jong
Bronnen
- "De bodebus in het noorden" van M. Agterberg
- Stadsarchief Workum
|
De bodebus is terecht!
|
Enkele weken geleden berichtte ik u in deze krant dat de bodebus, het eeuwenoude zilveren onderscheidingsteken van de stadsbode van Workum, zoek was. Na een intensieve zoekactie is de bodebus weer teruggevonden. Hij bevond zich in het stadhuis, in een kamertje van ongeveer twee bij twee, in een hoge kast, in een oud kartonnen doosje. Ook de andere historische voorwerpen van de voormalige gemeenten Stavoren, Hindeloopen en Hemelumer Oldeferd bevinden zich in deze kast, zoals burgermeesterskettingen, voorzittershamers en lakstempels. Ook is er een prachtig gouden oorijzer. Fijn dat alles weer terecht is. En nu nog zoeken naar een goed plekje voor deze unieke voorwerpen.
Nog iets over Karst Ros, de maker van de bodebus. Twee weken geleden op een veiling in IJlst bij Ald Fryslân, werd een uit 1758 daterende brandewijnkom van Karst Karsten (Ros) aangeboden. Karst Ros woonde van 1774 tot 1778 in het huis, dat we tegenwoordig kennen als It Pottebakkershûs aan de Merk in Workum. Vóór Karst Ros woonde hier de stadsbode Hendrik Hugon. Hij was de eerste stadsbode die deze bodebus heeft gedragen. Op de achterkant van de bodebus staat een paard (ros) , het merkteken van Karst Ros, afgebeeld. |
Gemeentebode Geeske Rienstra met bodebus.
|
|